Ideën II
(1880)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 202]
| |
individuen die bewustzyn hebben van de affectie, verschillen in de maat, in de logische continuïteit, in 't besef van dat bewustzyn, in macht en bekwaamheid tot regeling van de aandoeningen. Zeker zyn er nog meer verschillen, maar die heb ik hier niet noodig. Men kan zich elke eenheid, van 'n denkbeeldig atoom af Ga naar voetnoot* tot den mensch toe, voorstellen als een werf-depôt waar zich voortdurend recruten aanmelden. By sommige depôts is de boêl zoo slecht ingericht, dat er niemand notitie neemt van 'n nieuweling. By andere individuen - of eenheden, uit stof-individuen samengesteld - worden de recruten aangenomen met onverschilligheid. En de maat van bewustzyn is moeielyk te bepalen. Hiermeê bedoel ik het opvangen van aandoeningen door planten en sommige dieren. Wat hooger weer, worden de recruten ingeschreven, geboekt... maar niet in 'n behoorlyk register. Ook wordt er geen zorg gedragen dat de bruikbare recruten in dienst blyven. Als ze - verlokt door hooger premie - door meer attractie of affiniteit (172) - neiging hebben zich elders te verbinden, is er niets dat hen weêrhoudt. By 'n ander soort van werf-bureaux worden de aandoeningen die zich voordoen als recruut, wèl opgenomen met bewustheid, wèl ingeschreven, wèl verplicht tot blyven, maar... men verzuimt | |
[pagina 203]
| |
ze afterichten tot soldaten, of - erger nog - men richt ze verkeerd af. Het ideaal van volkomenheid is: veel flinke gezonde recruten te ontvangen, aantenemen, inteschryven, aan zich te verbinden, te vormen tot goede krygslieden, en daarna hen te gebruiken in een rechtvaardigen en goed bestuurden oorlog.
De naam van den recruut die zich elke seconde by ons aanmeldt, is: gevoel. Het is onze plicht hem opteleiden tot flink soldaat, dat is tot: gevoelen, meening, opinie. |
|