Ablaing van Giessenburg, Rudolf Charles d' (Amsterdam 26 april 1826-aldaar 13 maart 1904), vrijdenker, schrijver, vertaler; (onder de naam R.C. Meijer) uitgever en boekhandelaar te Amsterdam. Uitgever van een groot aantal werken van Multatuli (Over vrye arbeid, Ideeën, 1ste en 2de bundel, De bruid daarboven, Minnebrieven (4de druk) en de Verspreide stukken. Multatuli woonde enige tijd boven de zaak van d'Ablaing, maar in de loop van de jaren bekoelde de verstandhouding. |
Braunius Oeberius, N. (Bolsward 3 december 1832-Ellecom 18 september 1894), schreef onder het pseudoniem Quintillianus op 16 november 1861 een oproep voor De Dageraad om Multatuli financieel te hulp te komen (zie VW II, blz. 301 e.v.). Sindsdien met Multatuli bevriend. |
Domela Nieuwenhuis, Ferdinand (Amsterdam 31 december 1846-Hilversum 18 november 1919). Socialist, later anarchist; redakteur van Recht voor allen. Vgl. VW XXII, blz. 786. |
Donders, Franciscus Cornelis (Tilburg 27 mei 1818-Utrecht 21 maart 1889), fysioloog en geneeskundige te Utrecht; internationaal vermaard oogheelkundige. |
Douwes Dekker, Pieter (Hollum, 12 december 1812-Den Helder, 4 juni 1861), oudste broer van Eduard Douwes Dekker, doopsgezind predikant, achtereenvolgens te Woudsend, Beemster en Den Helder. Gehuwd met Maria Abrahamsz (1809-1871). |
Gorter, Auke (geb. Sneek, 21 april 1852), arts (aanvankelijk wijnkoper), gehuwd met een zuster van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meyer. Vriend en schaakkorrespondent van Multatuli. |
Hol, Richard (Amsterdam, 23 juli 1825 - Den Haag, 14 mei 1904), komponist en muziekpedagoog. Komponeerde de Saïdjah-elegie (1861). |
Houwink Gz., Jan (Sneek 8 september 1833-aldaar 24 februari 1907), wijnhandelaar te Sneek. In 1868 een der initiatiefnemers
|
| |
om Multatuli uit te nodigen tot het houden van voordrachten; Multatuli logeerde diverse malen bij hem. In 1869 bekoelde de vriendschap, toen Houwink niet aan een verzoek van Multatuli om geld (1500 gulden) kon voldoen. |
Huskus Koopman, Hendrik Jacob (overleden Batavia 1845), Indisch ambtenaar, in 1842 kommissaris van het gouvernement bij de vorsten op Bali en Lombok. |
Kol, Everhard Henry (1816-1888), bankier te Utrecht. |
Kruseman, Arie Cornelis (Haarlem, 18 oktober 1818-aldaar, 15 april 1894), uitgever en boekverkoper te Haarlem, jeugdvriend van E. Douwes Dekker. Werd door deze benaderd voor de uitgave van De bruid daarboven (toen nog ‘De eerloze’), maar zou uiteindelijk niets van Multatuli uitgeven. |
Lennep, Jacob van (Amsterdam, 24 maart 1802-Oosterbeek, 25 augustus 1868), schrijver, rijskadvocaat en konservatief kamerlid. Zorgde voor de uitgave van Max Havelaar, nadat Multatuli hem op 25 januari 1860 voor 500 gulden het kopijrecht had verkocht. In 1861 procedeerde Multatuli tevergeefs tegen Van Lennep om het auteursrecht terug te krijgen. |
Muller, Hendrik Clemens (Amsterdam 31 oktober 1855-'s-Gravenhage 21 juni 1927), leraar klassieke talen aan het Stedelijk (= Barlaeus) Gymnasium te Amsterdam. Vrijdenker en lid van de Sociaal-Democratische Bond. Vgl. VW XXII, blz. 787. |
Ritter, Pierre Henri ('s-Gravenhage 10 juni 1851-Utrecht 21 november 1912), remonstrants predikant te Utrecht. Vgl. VW XXI, blz. 813. |
Rooses, Max (Antwerpen 10 februari 1839-aldaar 15 juli 1914), Vlaams kunsthistoricus, in 1867 sekretaris van het Nederlands Letterkundig congres in Gent, waar Multatuli als spreker optrad. |
Scholten, Johannes Henricus (Zyfflich (Dtsl.), 8 mei 1797-Nijmegen, 7 april 1865), rooms-katholiek priester, in de jaren 1840 apostolisch prefekt en pastoor te Batavia. In zijn opdracht kreeg Dekker in 1841, door pastoor Hubertus J. Cartenstat, het H. vormsel en doopsel toegediend. |
Velde-Douwes Dekker, A. van de (1792-1863), was getrouwd met goud- en zilversmid Meindert van de Velde. Tante van E. Douwes Dekker (zuster van Engel DD). |
|
|