Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886

[p. 669]

[8 december 1868
Multatuli wordt erelid van Gijsbert Japicx]

* 8 december 1868

Multatuli verkrijgt het Eerelidmaatschap van de Rederijkerskamer Gijsbert Japicx. Handschrift van P.M.T. Dethmers in het Notulenboek (G.A. Sneek; afschrift M.M.)

Achtste gewone Vergadering, gehouden den 8 December 1868. Bij de opening der vergadering, die te 8 uur door den ondervoorzitter plaatshad, waren aanwezig de Heeren: Visser, F Wilhelmij, Dethmers, Huisinga, van Gorkum, van Driessen Jr, Zijlstra, en de dames A Kingma, MHA. Dethmers, F Wouda, G Wilhelmij, N. v Driessen, A. Fennema, A Feenstra, N C Binkes, G. v Driessen en M. Binkes. Later kwamen de leden: H Fennema, T. Bokma, S Idzerda, H Rinia Kingma, G Geel, G Mulder HJZ Kingma, J Houwink en Mej Houwink.

Als gasten woonden deze bijeenkomst geheel of gedeeltelijk bij de HH. E Douwes Dekker /Multatuli/ H. v Ringh, Joh L Bakker, P. v Dijk, H Joustra P Binkes, Leopold, Joh Schrijfsma, A B Troost G Cool Thz, A van Ringh en Mejufvr H Bokma. De Heeren S Gorter, T Bokma en H v Ringh hadden berigt ingezonden de vergadering niet te zullen bijwonen; de beide laatstgenoemden kwamen echter nog.

De notulen der vorige vergadering worden door den 1^e Secretaris gelezen en onveranderd gearresteerd.

Als buitengewoon lid wordt voorgesteld: de Heer E. ten Cate Fennema.

Het lid P M T. Dethmers vervult de 1^e spreekbeurt met de voorlezing van een stukje uit de Camera Obscura van Hildebrand, getiteld: Een onaangenaam mensch in den Haarlemmerhout.

Is ingekomen eene missive van den Heer P. Altena als lid en Secretaris eener commissie te Terschelling, die zich ten doel stelt giften in te zamelen voor visschersweduwen en weezen, met verzoek om hulp; welke missive gelezen en voor kennisgeving aangenomen wordt, om daarover later te spreken en te beslissen.

[p. 670]

Het lid Bokma vervult de bijdrage met de voordragt eener dichtproeve, getiteld: Volksleven. De opstand in Spanje.

Noch op hoofdvoordragt, noch op bijdrage worden bij de bespreking aanmerkingen gemaakt.

Mejufvrouw N C Binkes draagt daarna een gedicht voor uit de papieren tasch van Laurellard^1., getiteld:^2.

De lezing in het Hollandsch wordt gehouden door den Heer W. v. Gulik. ZEd las een gedeelte van het 2^e bedrijf van Struensee^3.. Wordt de opmerking gemaakt dat spreker onduidelijk en met weinig klem gelezen had, doch door den Heer Houwink verontschuldigd, daar hij hem tot spoed gedreven had. Spreker repliceert zelf, dat hij het stuk bijna in het geheel niet bestudeerd, en van de aansporing tot eindigen zeer veel hinder had gehad.

Tot Eerelid der kamer wordt met algemeene stemmen der presente leden benoemd: de Heer Eduard Douwes Dekker /Multatuli/ die zich deze benoeming met genoegen liet welgevallen.

De Heer Dekker droeg later op algemeen verzoek nog eene vertaling van Le meunier Sans-Souci voor en hield de kamer verder nog eenige oogenblikken aangenaam bijeen met een verhaal van een van ZED avonturen in Oost Indië, waarna de vergadering door den voorzitter gesloten werd.

De 2^e Voorzitter De 1^e Secretaris

H Fennema P M T Dethmers

1. Laurellard: wsch. bedoeld de dominee-dichter E. Laurillard (1830-1908).

2. getiteld: de naam van het gedicht is oningevuld gebleven.

3. Struensee: drama van H.J. Schimmel (1823-1906), op basis van het leven van de gelijknamige Deense minister Johann F., graaf von Struensee (1737-1772), die om een vermeende affaire met de koningin ten val en ter dood werd gebracht.