Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886

[10 december 1867
Brief van de Procureur-Generaal in Noord-Holland aan de Minister van Justitie ad interim]

10 december 1867

Brief van de Procureur-Generaal van het Provinciaal Gerechtshof in Noord-Holland aan de Minister van Justitie ad interim. Enkel vel papier in folio met gedrukt briefhoofd, geheel beschreven. (A.R.A., Geheim archief van Justitie, Den Haag; fotokopie M.M.)

[p. 646]

Provinciaal Geregtshot

in

Noord-Holland.

Amsterdam, den 9 December 1867.

Parket

van den

Procureur-Generaal.

N^o 1087/351.

Geheim.

Ter voldoening aan Uwer Excellenties missieve van 4 December ll. n^o 1 Geheim, heb ik de eer te berigten, dat Eduard Douwes Dekker (de bekende schrijver van de Max Havelaar), voorzoover ons bekend is geen ander strafvonnis ten Zynen laste heeft dan dat, hetwelk voor de arrondissements-regtbank alhier op 18 January 1866 by verstek tegen hem werd gewezen, en waarby hy ter zake van het moedwillig toebrengen van slagen aan twee personen, waardoor geene ziekte of beletsel om te werken, van langer dan twintig dagen is ontstaan, veroordeeld werd tot eene gevangenisstraf van vijftien dagen in eenzame opsluiting te ondergaan, tot betaling van twee geldboetes, een van acht gulden, met bepaling eener Subsidiaire gevangenisstraf van één dag eenzame opsluiting voor elke boete, met de kosten.

Dit vonnis is niet kunnen worden geëxecuteerd, omdat de veroordeelde uitlandig was. Hy werd gesignaleerd in het Algemeen Politieblad van 1866, op bladz. 1026, onder n^o. 1013.-

De Procureur Generaal in Noord-Holland

[handtekening onleesbaar]

Aan den Heer Minister van Justitie a.i.