Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdHollandsche Schouwburg (Singel)De opvoering van een oorspronkelijk tooneelspel is een te zeldzaam verschijnsel, dan dat wij niet met ingenomenheid de eerste voorstelling van Multatuli's ‘Bruid daar Boven’ zouden hebben bijgewoond. De belangstelling van het publiek was mede zeer opgewekt, zoodat de zaal op alle rangen tamelijk goed bezet was. Onze ruimte gedoogt niet, dat wij dit tooneelproduct in het breede bespreken, hoe vatbaar de Bruid daar Boven daarvoor ook moge zijn. Vóór dat wij evenwel tot de opvoering zelf overgaan, wenschen wij slechts een paar opmerkingen aangaande den tekst in het midden te brengen. | |
[pagina 618]
| |
Wij gelooven, dat het moeijelijk ontkend zal kunnen worden, dat de heer Douwes Dekker met deze proeve het bewijs heeft geleverd, dat hij inderdaad de gave bezit om een boeijend tooneelstuk te kunnen scheppen. Hij weet bij uitnemendheid de zaken aanschouwelijk voor te stellen, houdt eene geestige en piquante dialoog goed vol, in één woord, hij schijnt de eischen van een schouwburgpubliek goed te kennen en heeft die zoo veel mogelijk in het oog gehouden. Te betreuren evenwel is het, dat hij dit product, voor vele jaren ontworpen en geschreven, niet vóór dat hij het aan de pers toevertrouwde, degelijk heeft geretoucheerd, of, beter gezegd, omgewerkt. Menige valsche toestand had dan kunnen verholpen worden, menige wijdloopige alleenspraak had door den schrijver zelf kunnen worden gecoupeerd. Dat in dit tooneelspel de onwaarschijnlijkheid wat te veel is gehuldigd, dit toch lijdt onzes inziens geen twijfel. De leidende gedachte zelfs is valsch; ten minste wij achten het bijna onmogelijk, dat een officier, een man van eer, zijn jongen zoon den eed aan het sterfbed laat zweren, om alles op te offeren, zijne eer zelfs niet uitgezonderd, aan een ander. Even ongerijmd gelooven wij het, dat een Minister, al is hij ook in zijn hart democraat - zijn eenige dochter geeft, neen opdringt aan een muziekmeester, dien hij zoo weinig nog kent, dat hij zelfs niet weet dat Holm een valschen naam draagt; geen vader geeft zijne dochter aan den eersten den besten, al verklaart deze ook met de hand op het hart ‘een eerlijk man’ te zijn. Bovendien is de verhouding tusschen Buys en den Minister, de geschiedenis der rehabilitatie en veel meer nog valsch gedacht. Wij herhalen intusschen, dat er nog veel goeds overblijft, en nu de heer Douwes Dekker de bewijzen heeft geleverd een tooneelspel te kunnen schrijven zouden wij gaarne zien dat hij, indien hij zich van overdrijving kan vrijwaren eene schildering ontleende aan het maatschappelijk leven in het schoone rijk van Insulinde. Dat is zijn terrein bij uitnemendheid, en ongetwijfeld zou hij daarbij het schitterendst succes behalen, indien hij zich kon weerhouden eenige politieke overtuiging te kwetsen. Van de opvoering was meer werk gemaakt dan gewoonlijk het geval is, maar desniettemin bleef het succes eer middelmatig, hetgeen hoofdzakelijk te wijten was aan eene min gelukkige rolverdeeling. | |
[pagina 619]
| |
In de eerste plaats hadden wij liever de rol van Caroline in andere handen gezien, Mejufvrouw Fuchs is nog niet opgewassen tegen de moeijelijkheden aan deze figuur verbonden. Zij, die nooit anders deed dan declameren, declameert ook hier waar zij behoort te spreken, haar spel is dien ten gevolge gewrongen en mist natuurlijkheid. Men moest onzes inziens deze actrice veel kleine rollen toebedeelen om haar routine te leeren; zij zou daarbij veel meer vooruit komen dan dat zij bepaalde karakter-rollen moet vervullen. Wij erkennen volgaarne dat mej. Fuchs veel aanleg heeft, doch wij vreezen maar al te zeer dat men, door haar zoo op den voorgrond te plaatsen, hare talenten zal verstikken. De waarschijnlijkheid bestaat, dat zij zich door ons miskend acht, nogtans geven wij de plegtige verzekering, dat haar eigenbelang ons de aanmerking in den mond legde. De uitkomst zal leeren dat het gelijk aan onze zijde is. Dat Mevr. Engelman zou worden toevertrouwd met de rol van mevr. Van Wachler was ons bekend; ons leedwezen dagteekent dus niet van het oogenblik, dat wij voor de eerste maal het affiche in handen kregen. |
|