Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[27 februari 1853
| |
[pagina 540]
| |
opknapt (ik hoop van de week) vraag ik U belet. Ik vrees dat de toestand van hare gezondheid mij beletten zal naar den Helder te gaan gelyk ik Pieter beloofd had. Ik zie om harentwille tegen die reis op. Zijn die beide Dames nog bij U gelogeerd? Dat waren inderdaad lieve meisjes. Ik heb nog geen tyd gehad naar Peters te gaan, - ook weet ik niet of ik het wel doe. Het denkbeeld hindert mij als de arme dichter voor hem te staan. Neen, ik ga niet. Vraag gij dat ding maar weêrom, wil je? Ook moet ik je zeggen dat ik niet gesteld ben op de suffrageGa naar eind2. van een artiste die geen beter tooneeltroep weet te scheppen dan ik hier gezien heb noch beter stukken weet te kiezen dan de Laurierboom & de bedelstafGa naar eind4., noch op de goedkeuring van een publiek dat met dien troep genoegen neemt en dat zulk een stuk mooi vindt. Ik begin te geloven dat in dit land het reusserenGa naar eind3. schande wezen zoude. Ook U heb ik niet begrepen. Ge hebt gelijk, wij moeten praten. Maar hoe zal ik myn projectiles in beweging brengen als gij daartoe de hand niet leenen durft; - als gij meent dat mijne bommen uwen ketel zullen doen springen. En ander werptuig dan bommen heb ik niet. Adio, ik ben verdrietig & bitter Uw vriend Ed Onze hartelyke groeten aan Uwe vrouw. Het best is dat ge mij mededeelt wanneer gy ons kunt ontvangen. Adresseer uw brieven in het hotel Führi. |