[17 april 1842
Brief van P. Bleeker aan A.C. Kruseman]
17 april 1842
Brief van P. Bleeker aan A.C. Kruseman. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1, 2 en 3 (⅔) beschreven. (UB Leiden; fotokopie M.M.)
Fragment betreffende E. Douwes Dekker.
(....)
Het is nu zoo wat drie weken dat ik hier ben. Rustig pleizierig vind ik het hier niet, maar daarnaar heb ik ook minder gezocht. De gelukkigste dag die ik tot nog toe hier beleefd heb was wel de derde na mijn aankomst, toen onze Eduard uit de Courant mijn arrivement vernomen hebbende, naar mij kwam toegevlogen en wij beide weder herleefden in de herinneringen onzer vroegere vriendschap. Sedert zien wij elkander zoo te zeggen dagelyks. Hij is nog de oude Eduard; hetzelfde vurige, wilde, onbuigzame, onbedwingbare karakter. Maar een karakter niet geschikt voor Indië en nog minder voor de Europeanen in Indië. Want men kent hier slechts opregtheid bij naam en men weet hier dat er maatschappelijke deugden bestaan zonder de praktijk er van te willen. Dat is iets wat ik reeds aan boord bijkans dagelijks hoorde en hier hoor ik juist hetzelfde. Ieder woord brengt de veêren van een verderfbrengend mechanismus in vibratie en wee dan dengeene die veél spreekt of zich slechts onvoorzigtig over den een of ander uitlaat. Ik heb Eduard uw brief gegeven. Zeer zeker zal hij u binnenkort antwoorden, maar er zijn gewigtige redenen die hem verhinderd hebben u, mij, ja zelfs zijne oude luî te schrijven. Die reden is zijne ongelukkige liefde en de opofferingen die hij zich voor de liefde heeft getroost. - Maar beste Kruseman, Eduard zal u wel uitvoeriger over alles schrijven. Doet hij het niet, dan staat het ook mij niet vrij, daar hij mij de byzonderheden er van onder geheimhouding verteld heeft. - Eduard is niet gelukkig! - Eduard en ik zyn van plan by elkander te komen wonen. Voor het oogenblik kan zulks nog niet te best, daar mijn tegenwoordige woning niet te ruim is. Maar binnen kort krijg ik een brillante woning op het Waterloo-plein alhier, waarop ik sedert mijn aanstelling als Garnizoens-geneesheer, aanspraak heb. Daar heb ik drie