Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[30 augustus 1887
| |
[pagina 488]
| |
niets van geloofde en feitelyk wist dat ge een goed karakter hadt. Onmogelyk kan iemand een verloren natuur krijgen op later leeftijd. Uw karakter was reeds eenigszins gevormd toen ik U kende en had zulke positieve eigenaardigheden, dat ik had durven zweren op myne bewering dat ge onbedorven waart van gemoed. Ik zeide toen: ‘oom Eduard heeft eene levendige verbeelding en fantaiseert zonder 't zelf te weten. Hij zal ter goeder trouw spreken en gelooft zelf dat hij de waarheid spreekt. Is Edu in Milaan onder slecht gezelschap gekomen en heeft misschien iets gedaan wat verkeerd was, ook dan had ik vele verontschuldigingen voor hem’, enz. enz. (....) Nog valt mij in dat toen ik tegenover den Heer Zürcher over U sprak en zeide niet te gelooven aan Uwe verdorvenheid, tenminste niet positief kwaad dat ge zoudt bedreven hebben, antwoordde hij opeens: ‘Dit zeide Dek ook zoo als U’. Hoe vindt ge dit? Volgens mijne meening was Dek bang voor je, en na alles wat voorgevallen is, vind ik dit zeer natuurlyk, Mimi zal ook bang wezen en die angst gun ik haar van harte. Dit is haar natuurlyke straf van 't geweten (....) Dag, lieve beste Edu, geloof mij, Uwe U liefhebbende SIETSKE |
|