Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdAdellijke en Burgerlijke Lakeien onzer Pers.
| |
[pagina 473]
| |
misbruik van gezag zijn, deze op te dringen aan de helft minus één. Men weerlegge, zoo men kan, wat hij over vrij onderwijs schreef aan de Brusselsche studentenGa naar eind1. (zie La Société nouvelle). (....) Men beweert, dat Multatuli zooveel landgenooten heeft bekeerd. Waaruit blijkt dat? Hun hersens, ja, maar ook hun harten? Multatuli heeft het eerst al onze wonden bloot gelegd, hij heeft ook ons tarief van zedelijkheid gewijzigd, door te verkondigen: ‘De eer ligt boven den navel.’ Preutschheid was een eigenschap van alle Nederlandsche vrouwen. Zwakheid in beheersching van het vleesch werd veroordeeld als een halsmisdaad. Een maagd die zich uit liefde had overgegeven aan haren minnaar werd nagewezen als een hoer, maar een freule die een koopman trouwde om zijn geld, of een jonge princes die een ouden vorst nam om zijn millioenen en zijn kroon, werden algemeen geacht. Die vuile leer der Christelijke Kerk heeft Multatuli moedig aangevallen. Hij oordeelde zelfs zacht over tegennatuurlyke ontucht. En zie! nu beweren enkele fyziologen, dat deze vieze liefhebberij vooral eigen is aan god- en rechtsgeleerden, doordien het bestudeeren van afgetrokkene onderwerpen nadeelig terugwerkt op het onderlijf. Als ik jok, jok ik in commissie. Multatuli's aanbeveling van natuurwetenschap was dus dubbel zedelijk. Maar zij ontsproot bij hem vooral uit waarheidsliefde. Hij haatte alle schijnvertooning als een ‘zonde tegen den Heiligen Geest der Waarheid.’ Hij riep steeds: ‘Wees u zelf.’ Daarom had hij ook afkeer van aanhalingen. Hij noemde het citeeren ploertig. (....) Men trachte dus de niet-kiezers gemeenzaam te maken met Multatuli's denkbeelden. Hij was door zijn armoede, helaas! verplicht te schrijven voor de gegoeden. Zij zorgden behoorlijk, gelijk Van Lennep, dat zijn denkbeelden niet in wijden kring verspreid werden want zij vreesden afschaffing van de misbruiken, die hen vet mestten. De firma Elsevier schijnt even droogstoppelig te gevoelen als Van Lennep. Laat dus elk volksblad in elk nummer een paar stellingen van Multatuli verspreiden. Men zou ook Multatuli-almanakken kunnen samenstellen en daarin dagelijks een spreuk aan hem ontleenen. (....) |