[11 april 1887
Brief van Mimi aan C. Vosmaer]
11 april 1887
Brief van Mimi aan C. Vosmaer. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (A.R.A.; fotokopie M.M.)
Beste Vos!
Hartelyk dank voor de brieven! ik heb ze al Saturdag morgen ontvangen maar me eerst verdiept in de lectuur. Ja wat komt dan alles weer voor de geest, die heerlyke tyd, ook vol smart, maar vol vreugd tegelyk!
Ik denk nu niet aan ‘uitgeven’ ik meen op dit oogenblik. en ook - heel heel veel moeilykheden als ik in Holl. kom moet ik er je eens over spreken - maar zonder uitgeef-gedachten nu. Wat 'n rykdom, wat 'n studie, wat 'n heerlykheid! En Denk eens ik heb ook deks brieven aan tine van vóór het huwelyk 44 en 45. nu ja, dat was nà de bruid daarboven, maar met ‘dezelve’ en ‘hetzelve’ en toch heelemaal dek.- en dan myn brieven van 62 af. De eerste toen ik hem nog niet kende en dan later - heerlyker als alles!-
O, als ik alles naga en bedenk ben ik één wroeging dat ik hem niet genoeg heb gewaardeerd, en dan bedenk ik zyn laatste woord, dat zoo'n troost voor me bezat. ‘Kind, ik dank je voor je trouwe zorg en voor je engelenliefde. dat is zeer schoon geweest!’ - Denk Vos, is 't met recht dat myn hart weg smelt van genot en van jammer? - en je zult zyn laatste copy zien, die hy schreef l.l. oktober. jong geestig diep sprudelndGa naar eind1. - en waar als alles, heelemaal hy.-
Nu, ik wilde je maar danken voor de brieven.- Och, die Nation ik wou dat ze 't my niet gevraagd hadden. Ik heb aan Smit KleinGa naar eind2. geschreven - daar je hem noemde, maar eigenlyk à contre coeurGa naar eind3.. 't lykt wel bedelary. Ik begryp heel goed je het niet kondt doen.-