Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdTalent.Multatuli, die heenging, en wiens lijk, echt heidensch, verbrand wierd, was man van ongemeen talent. Zijn taal leefde; zijn overvloeiende gedachtenrijkdom fonkelde als diamant in zijn keurig gekozen woord; hij boeide; hij verwon u; hij sleepte meê. En dat meêsleepende school niet enkel in den vorm; maar soms sterker nog in den inhoud; want die inhoud greep in het leven in; nam op wat ieder liggen liet; drong zich in uw geheimste gedachte; en bood u in smedige taal een heel schoon-gepleisterd philosophisch levensstelsel. Ook dit nog. Multatuli had één zijde van zijn hart die warm was. In zijn deernis met den Javaan lag iets roerends. Hij schreef, helaas, vellen vol uit een boos en uit een vergiftigd hart; maar harteloos was hij nooit. | |
[pagina 243]
| |
En toch, zulk een man, die, goed geleid, die door heiliger toon bezield, een zegen voor zijn volk en een eere onzes lands had kunnen worden, zal nu op het historieblad niet anders bekend staan dan als man van ongemeen talent, maar die veel zaad van onkruid op den zedelijken akker strooide. In zooveel jeugdige harten heeft Multatuli alle heilige ontwikkeling gesmoord en zijn onkruid gestrooid met handvollen. Multatuli schitterde en schetterde, maar hij koesterde en verlichtte niet. En al stierf hij weg en al is zijn lijk in den Gothaschen gloeioven verbrand, de brand, dien hij aanstak in onze zedelijke huishouding, wordt door niets in zijn vernieling gestuit. |
|