Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886

[5 maart 1887
Aanhef van een artikel van S.E.W. Roorda van Eysinga in het Groninger Weekblad]

5 maart 1887

Aanhef van een artikel van S.E.W. Roorda van Eysinga in het Groninger Weekblad. (I.I.S.G., Amsterdam; fotokopie M.M.) Fragment.

Brieven zonder oorspronkelijkheid.

Clarens, 27 Febr. '87

Terwijl op den negentienden dezer onze Droogstoppel's, Kopperlith's, Wawelaar's en Kappellui geestdrift vertoonden, omdat de Koning zeventig jaren oud was geworden zonder eenige strijd en zonder eenige beproeving, eindigde in de vreemde Multatuli, de man, die veel geleden had, zijne laatste worsteling, de worsteling met den dood.

De tegenstelling tusschen deze twee gebeurtenissen is een schandvlek te meer op ons volk, maar inzonderheid op onze besturende standen. Onwetendheid kunnen zij niet voorwenden. Zij hebben Multatuli's geschriften gelezen, maar om zijn stijl, op gelijke wijze als zij naar een concert gaan. Zij haatten en belasterden hem, omdat hij al hunne afzichtelijke wonden, de gevolgen hunner onzedelijkheid, had gepeild en bloot gelegd. Zijn taak echter zal worden voortgezet door het volk, door ‘de verdoemden der maatschappelijke hel’, wien hij een beter lot wilde bereiden. ‘Een zaaier ging uit om te zaaien.’ Het zaad viel niet overal op een rots. Het is ook de plicht zijner vereerders, zijn strijd in de pers te vervolgen tegen de uitzuigers en de huichelaars.

(....)