[25 februari 1887
Bericht in het Leidsch Dagblad]
25 februari 1887
Bericht in het Leidsch Dagblad. (K.B., Den Haag; foto M.M.)
Het lijk van onzen, in een aanval van astma overleden, grootsten denker en dichter, van hem, die nog in geen eeuw door het Nederlandsche volk zal worden gewaardeerd naar verdienste, van E. Douwes Dekker, die recht had zich Multa-tuli: ik heb veel gedragen, verdragen, geleden, te noemen, werd gisternamiddag om drie uren in den lijkoven der Duitsche Vereeniging voor lijkverbranding te Gotha verbrand.
De crematie geschiedde in tegenwoordigheid van zijne weduwe, een paar bloedverwanten en twee vereerders, uit Middelburg, van den overledene.
Er is geen lijkrede gehouden.
Er waren eenige kransen uit Nederland gezonden, waaronder een van de vereenigde tooneelisten uit Rotterdam.
Aan den Middelburgschen krans was een strik bevestigd, waarop te lezen stond: ‘Wie was de man die gestorven is?’ En men zal zeggen: ‘Hij was goed en rechtvaardig.’