[23 februari 1881
Verslag voordracht Arnhem in Arnhemsche Crt.]
23 februari 1881
Verslag van de voordracht van Multatuli te Arnhem van 21 februari in de Arnhemsche Courant, no. 8343. (K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.) Fragmenten.
De velen, die gisteren avond in de groote zaal van het Nutsgebouw de voordragt van Multatuli bijwoonden, zullen van ons geen ‘verslag’ verwachten noch vergen van die karakteristieke improvisatie.
(....) We willen enkel aanstippen - en we meenen de bedoeling van het betoog daarmede het best aan te duiden - dat Multatuli getracht heeft aan te toonen, dat men, om de ware wijsbegeerte te bezitten, die ons leiden kan in de keuze eener gelukkig makende levensrigting, tot de natuur der dingen moet terugkeeren; dat men moet afleeren, wat door invloeden van buiten verkeerds in ons is geworden. Het gezegde van Jezus: ‘Laat de kinderen tot mij komen!’ opgevat in den zin: ‘Wordt weder kinderen!’ maakte eigenlijk de kern van sprekers belangwekkend betoog uit, dat, jammer genoeg, zich bepaalde tot ruwe omtrekken, tot een ‘schets’ van zijn onderwerp, tot een ‘inleidend woord.’ Het verwonderde ons dan ook niet, na de voordragt - die twee en een half uur duurde - uit Multatuli's eigen mond te vernemen, dat zijne rede eigenlijk slechts eene ‘inleiding’ was geweest, en hij nu pas den waren lust zou hebben een ‘voordragt’ te houden. Wij herhalen, het verwonderde ons niet, iets dergelijks te hooren, want de beantwoording der vraag, hoe men het moet aanleggen, om de analogie der dingen in de natuur zóó te bestudeeren, dat zij ons de ware levensrigting kan afbakenen, is te veel aan de keuze der hoorders overgelaten en Multatuli stelt, dat bleek ook gisteren