[12 februari 1881
Verslag voordracht Zutphen in Zutphensche Crt.]
12 februari 1881
Verslag van de voordracht van Multatuli te Zutphen van 10 februari in de Zutphensche Courant, no. 36. (G.A. Zutphen; fotokopie M.M.). Fragmenten.
Zie voor het Vervolg en Slot bij 14 februari.
- In de werkplaats van een denker. Als een schilder, die u in zijn atelier brengt, niet om zijn schilderij, het onderwerp, de techniek te bewonderen, maar om getuige te zijn van de wijze waarop het stuk tot bestaan komt, - alzoo wilde de heer Douwes Dekker gisteren avond door zijne hoorders worden beschouwd. De Midd. Ct was ‘oorzaak’ van dien wensch. Haar bekwame redacteur, de denker Pisuisse volgens Multatuli, heeft deze opmerkzaam gemaakt op een kenmerk zijner redevoeringen, dit namelijk, dat ze de hoorders getuigen doen zijn van 's redenaars gedachtenloop, dat ze hen doen zien op welke wijze hij denkt. De heer Douwes Dekker vond de opmerking der Midd. Ct. even waar, als het feit, dat het kenmerk hem nooit was opgevallen, merkwaardig, - en noodigde zijn auditorie van gisteren avond uit om met hem dien gedachtenloop na te gaan. Wellicht zouden zijne hoorders af- en toe, vaak, voortdurend dingen zien, die hun niet aanstonden: - de redenaar vorderde geen instemming met alles wat hij zeide, slechts hoopte hij, dat men, door aan zijn invitatie te voldoen, opmerkzaam zou gemaakt worden op zijn wijze van denken, zijne methode van de Natuur, ook in haar kleinste onderdeelen, te beschouwen met het oog van den philosoof.
(....)
Al wat bestaat, is geworden. Stemt men dit toe, dan wordt het onlogisch, nog van schepping te praten, van iets uit niets voortgebracht. (....)
Toch gebruikt de Bijbel het woord scheppen om uit te drukken: uit niets iets voortbrengen. In een rhapsodie als Genesis is dit