[10 februari 1881
Herinneringen J. de Meester aan voordracht Zutphen]
10 februari 1881
Herinnering van J. de Meester aan de voordracht van Multatuli te Zutphen in Eigen Haard 7 februari 1920, blz. 87. (M.M.) Fragment.
(....) Van tijd tot tijd houdt hij lezingen om aan geld te komen. Zoo zag men hem in '81 te Zutphen, toen ik daar pas in de journalistiek was. Ik mocht verslag van zijn voordracht geven. Een vrij ruime concertzaal, hol door 't geringe aantal hoorders. Een groot podium. Achterin een klein deurtje. Toen hij plotseling daaruit kwam, herinnerde ik me onmiddellijk de beschrijving van een stierengevecht: hoe opeens dat arme dier stond in de ruimte, met bloeddorst aangegaapt door de menschen, zelf niet in het minst bloeddorstig; een beklagenswaardig, opgejaagd dier... Multatuli hijgde, hij leed aan asthma. Misschien, het kan, wàs er aanstellerij bij. Kokketterie was er ook in de voordracht. Zijn spreken deed denken aan de kunst van kantwerksters. Wie in België geweest is of op een Belgische tentoonstelling, heeft die vrouwen haar klosjes zien gooien, aldoor en gestadig dooreen, verbluffend vlug, tot des kijkers verwarring en zonder dat ooit het de vrouw van streek brengt. Ook Dekker raakte nooit van streek. Hij bleef om zoo te zeggen geen drie minuten bij zijn onderwerp. De improvisatie was één bont stramien van tusschenzinnen, van uitweidingen en inlasschingen, van afwijkingen en aanvullingen; één kleurige dooreenmenging van barok verschillende gedachtensoorten, een kaleidoscoop van - denkbeelden, zoo ge wilt, doch meer van invallen of schijnbare invallen, feitelijk: verrassende te pas-brengingen van dingen, waarover de clair-voyante fantast zijn vlugge denkkracht had laten gaan. Ik herinner me dat midden onder de rede Mr. Aneas Baron MackayGa naar eind1., toen rechter te Zutphen, later minister, toornig opstond, de zaal verliet. Verder was 't verloop dood-kalm. Alleen in een rijtuig vertrok hij naar het hotel. Ik draafde hem na, kwam
tot in de hotelgang, doch waagde niet hem te spreken te vragen. Wat zou hij dien avond hebben verdiend? f 25. - heel misschien