Volledige werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882
(1990)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdMultatuli.Gisterenavond hield Multatuli de aangekondigde voordracht. Hij sprak over: de studie der wording der dingen als hulpmiddel om wel te denken. Dit laatste n.l. zoo uitgebreid opgevat, dat daaronder ook wel te handelen begrepen is, d.i. handelen overeenkomstig de ware zedelijkheid, die hoofd en gemoed tegelijk bevredigt. Spr. deed den klemtoon vallen op het woord wording en wijdde daarover in de eerste plaats uit. Er is op allerlei gebied: wording. Niets is of wordt geschapen, uit niets voortgebracht, alles heeft een oorzaak. Oorzaak is natuurlijk iets geheel anders dan reden. Wanneer men min-ontwikkelde menschen vraagt waarom zij dit of dat deden, krijgt men in de meeste gevallen de oorzaak te hooren, terwijl men vraagt naar de reden. Wat in de natuur geschiedt, heeft alles een oorzaak, terwijl wij, menschen, een reden moeten hebben voor al onze handelingen. (....) Spr. houdt niets van definities. Hij geeft ze bijna nooit. Voor den welwillenden hoorder zijn zij onnoodig, die begrijpt spr. ook zonder definities en de onwelwillende zou er slechts aanleiding in vinden spr. op een enkel woord te vatten en hem, die slechts in 't algemeen spreekt, op een bijzonder punt te bestrijden. Menigmaal kwam het spr. voor, in eene bijeenkomst als deze, dat zoo- | |
[pagina 148]
| |
genaamde specialiteiten, menschen die van een bijzonder vak hun studie hadden gemaakt, spr. verweten op dit of dat punt een onjuistheid gezegd te hebben. Eens vooral verklaart spr., dat al die specialiteiten groot gelijk hebben in hunne beweging en hij ongelijk. Maar het doet tot de eigenlijke zaak, die hij op het oog heeft, nooit iets af of zij al gelijk hebben. Spr. geeft slechts de methode aan, welke men moet toepassen en of nu al enkele voorbeelden, die hij noemt, enkele bijzonderheden, die hij ter verduidelijking aanwijst, niet in alle onderdeelen juist zijn, dat doet minder ter zake, dat doet tot de hoofdzaak niets af. (....) Spr. gewaagde voorts, nog met een enkel woord van de wording van het nieuwe strafwetboek, waarin vooral een paar artikelen voorkwamen, die zijn sympathie niet konden wegdragen. Vooral het artikel, waarin de bepaling was opgenomen dat de man in zeker geval, òf een huwelijk moest aangaan òf in de gevangenis gaan, moest het ontgelden. In naam der zedelijkheid - der ware zedelijkheid - kwam spr. met kracht daartegen op en wat men van de waarde van een dergelijk huwelijk moest denken werd door spr. met krachtige trekken geschilderd. Spr. drong er ten slotte op aan, dat wij meer dan tot heden de wording der dingen zouden nagaan op allerlei gebied. Het zal ons de verklaring geven van vele raadselen, die onoplosbaar schijnen, het zal ons verheffen boven de kleine onaangenaamheden van het leven, het zal ons opnieuw levenslust schenken. Het zal ons het leven meer op prijs doen stellen, doch tevens ons de angst ontnemen voor den dood. Wanneer wij in alles de wording opsporen, eerst dan zullen wij met overtuiging Mad. de Stael kunnen nazeggen: Tout comprendre, c'est tout pardonnerGa naar eind1.. Dienovereenkomstig handelende, zullen wij ook voor ons zelf gelukkig zijn, zoodat wij in onze stervensure hen, die met betraande oogen onze sponde omringen, met kalmte zullen kunnen toevoegen: ‘Weent niet over mij, ik heb niet te vergeefs geleefd!’ |