optrad. 't Is dan ook een eigenaardig genot, dat eene voordracht van Multatuli schenkt. Hoewel geen redenaar, verstaat hij bij uitnemendheid de kunst, om wat hij zeggen wil voor zijne toehoorders aantrekkelijk te maken en hunne aandacht ten einde toe te boeien. En dat zegt zeker niet weinig bij eene zoo benauwde atmosfeer, als in de zaal heerschte, waarin de spreker ditmaal het woord voerde.
Eene redevoering kon het gister gehoorde niet genoemd worden. 't Was dit zoo weinig, dat de spreker in 't begin van zijn voordracht nog niet kon aangeven, tot welk onderwerp hij zich meer bijzonder zou bepalen; hij wilde aan zijne gedachten den vrijen loop laten. Dat hij daardoor nogal eens afdwaalde van zijn voornemen, om over de wording der dingen het woord te voeren (....)