[25 januari 1881
Verslag voordracht 's-Gravenhage in Het Vaderland]
25 januari 1881
Verslag van de voordracht van Multatuli te 's-Gravenhage van 22 januari in Het Vaderland, no. 20. (K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
Zaterdagavond hield de heer Douwes Dekker in ‘Diligentia’ zijn aangekondigde voordracht. De schitterende improvisatie van den spreker bewoog zich om twee grondstellingen, die hij in het begin van zijn rede had vooropgezet, om daarop telkens weer terug te komen: ‘1o. Men moet de wordingsgeschiedenis eener zaak kennen om haar juist te kunnen beoordeelen. 2o. Als men de wordingsgeschiedenis eener zaak kent, is daarmede voor ons nog niet de reden van bestaan dier zaak gerechtvaardigd.’ Van dit standpunt uit, kwam hij op het groot verschil tusschen reden, oorzaak en aanleiding, welke drie begrippen maar al te dikwerf worden verward. Na die stellingen in enkele hoofdtrekken uiteengezet en verklaard te hebben, trad hij op het gebied der voorbeelden. Met een meesterhand greep hij naar voorbeelden op elk gebied. De natuurkunde, de geschiedenis, de taalkunde, de beschaving, de zedelijkheid, het rechtswezen, zij alle moesten hun deel geven in de reeks van voorbeelden, die de spreker aanvoerde voor de juistheid zijner stellingen en van zijn inzicht. Daarbij wist hij telkens zijn hoorders schijnbaar te doen afdwalen, maar werkelijk langs de meest verschillende en uiteenloopende wegen toch altijd tot de grondstellingen terug te voeren. De voordracht was