[24 januari 1881
Verslag voordracht Haarlem in Opregte Haarlemsche Crt.]
24 januari 1881
Verslag van de voordracht van Multatuli te Haarlem van 21 januari in de Opregte Maandagsche Haarlemsche Courant, no. 19. (K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
- Gisteren-avond hield in de bovenzaal der Sociëteit ‘Vereeniging’ de heer Douwes Dekker voor een vrij talrijk publiek van dames en heeren eene voordragt. Hij gaf als zijn onderwerp op: de wording der dingen. De twee volgende stellingen werden door hem toegelicht: 1o Men moet de wordingsgeschiedenis eener zaak kennen om haar juist te kunnen beoordeelen. 2o Als men de wordingsgeschiedenis eener zaak heeft blootgelegd, is daarmede ‘de reden van bestaan dier zaak nog niet geregtvaardigd’. Met voorbeelden, uit allerlei gebied gekozen, werd in deze welsprekende improvisatie de waarheid dezer stellingen betoogd. De improvisator sprak langer dan gewoonlijk - het was lang half elf toen hij eindigde; maar bij het laatste gedeelte zijner rede, toen hij op het terrein der zedelijkheid kwam, geraakte hij zoodanig in vuur en was zijne voordragt - zijne wijze van spreken - zoo boeijend, dat, naar vertrouwd mag worden, het luisteren niemand verdroot.