Volledige werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882
(1990)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdToen Multatuli nog voordrachten hield.-‘Waarover sprak ik vorig jaar?’ Uit Leiden
Werd Dekker's vraag per draad besteld;
In noodweer vond nog 't Antwoord draadgeleide,
Maar aankomstuur was niet gemeld.
Na sneeuwstorm, zwaarste dien 'k tot nu beleefde,
Kwam Dekker zoekende uitgestapt;
- ‘Hier nooit een rijtuig!’ knorde hij, en streefde
Den weg op - voeten hoog bepapt!Ga naar voetnoot*
| |
[pagina 86]
| |
Toch werd voor volle zaal met vuur gesproken
In die fabrieks- en handelsstad,
Wier spoorwegwachtzaal tegensdijks gedoken
Bij 't keeren Dekker's afschuw had:
- ‘Dat beengescharrel boven langs die ramen
Maakt zenuwachtig!’ borst hij uit;
‘Portier!...’ Vergeefs, eerst als er treinen kwamen
Ontsloot éénarm de wal-kajuit.
-‘'k Word zeeziek!’ riep La Sainte Vierge's dichter...
-‘Nu 'n dropje Colineau of wat,’Ga naar eind1.
Zinspeelde een onzer; Dekker's blik werd lichter;
-‘La Vierge? Sterniaanschen schatGa naar eind2.
En zonder namaak (waagde ik op te merken)
Gaaft ge ons, gaaft ge uw veracht Publiek;’
- ‘Niet op de Vromen schold ik in mijn kerken,’
Zei Dekker hartlijk lakoniek.
Klingklang van sleutels, - aan 't gesprek een ende:
Trap op, - en draaiend zeil verklaart
‘Stations-gebuktheid onder dividenden!
| |
[pagina 87]
| |
Stom is hier 't Stoomtuig uitgespaard!...’
Boos spoort hij weg.
Mooie oude Watermolen,
Stoom viert uw val thans, maalt nu 't nat;
Aan 't nieuw Station wordt lucht noch ruimte ontstolen.
Waar plaagwerk recht op drijfwind had.
Geen Douwes Dekker viel dit meer te melden,
Hij was ter rust.
Bij 't rustloos beeld
Van dien door nood tot Voordracht-wee gekwelde,
Voegt wat naïefs met luim omspeeld;
Kort - afgetobtheid nog verwrong zijn wezen -
Ontviel hem: - Coens?Ga naar eind3. ‘Weg pseudoniem,
Dwaas die er ooit een aannam!’
- ‘Kort geprezen
Zoo'n dwaas (lachte ik) die wijzen-ook doet lezen..’
En Multatuli - lachte intiem.
|
|