de republiek, omdat slechts het individu intelligentie en geweten kan bezitten en één dolksteek hem, zoo hij slecht regeert, onschadelijk kan maken.
Kennis der taal is niet de zoogenaamde taalkunde, d.i. de kunst om de regelen van een bepaalde taal toe te passen, maar het opsporen der wortels die alle talen met elkander gemeen hebben. De eerste oorsprong van de taal zijn de klanken, waaronder de rollende r een groote rol speelt, en die als behoorende tot de menschentaal aan alle talen gemeen zijn. Men denke slechts aan Arno, Arnemuiden, Rhône; het Maleische ‘kapalla’ en het Grieksche κεφαλἠ; koning en cône. (Het woord Jehova gaf hier weder aanleiding tot een scherpe critiek van het heerschende godsbegrip).
Den mensch leert men uit zijne daden kennen en het best uit zijne kleine daden, omdat die de natuurlijkste zijn. Verder moet men bij het beoordeelen van zeden en gewoonten letten op het verschil in volksaard, zooals Nepos reeds in de voorrede van zijn ‘Levens van beroemde mannen’ aan zijn vriend Atticus schreef.
Wat is zedelijkheid? Etymologisch wat volgens de gewoonte is; naar de sociale opvatting: het waarlijk goed zijn. Huichelarij en leugen zijn onzedelijk. Door de laatste aan kinderen voor te praten, wordt hunne verbeelding geprikkeld. Romans zijn voor hen die de wereld niet kennen, aller verderfelijkst, door hunne onware voorstellingen. - Het zou ons te ver voeren wanneer we dit laatste gedeelte van des sprekers rede, waarin met bijtend sarcasme de ondeugden der maatschappij en de conventioneele zedelijkheid ontleed werden, eenigszins tot zijn recht wilden doen komen.
Met onverflauwde belangstelling werd de begaafde spreker door zijne hoorders ongeveer drie uren lang gevolgd, terwijl het niet aan herhaalde toejuichingen ontbrak. Gaf dus zijn auditorium hem alle reden tot tevredenheid, zoo was daarentegen de afstand van de wachtkamer des sprekers tot de bovenzaal, en het trappenklimmen, dat, om deze te bereiken, vereischt wordt, hem een zware grief. Hijgend van vermoeienis kwam de spreker binnen, en het was hem geruimen tijd onmogelijk een woord te uiten. Op de energieke wijze hem eigen, gaf Multatuli dan ook, zoodra hij zich eenigszins hersteld had, evenals bij eene vorige gelegenheid lucht aan zijne verontwaardiging dat het beroemde Leiden niet beter voor zijn sprekers weet te zorgen.