[8 januari 1881
Brief van Multatuli aan Mimi]
8 januari 1881
Brief van Multatuli aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3(½) beschreven. (M.M.)
Met gedrukt kopje Ch. Brugma Hotel Weimar Rotterdam.
Op de okergele envelop het poststempel Geisenheim 9/1 81 en het adres
Madame Douwes Dekker Webergasse Geisenheim Rheingau.
Saterdag avend
Lieve Mies, je bent zeker belangstellend of ik goed aangekomen ben. O ja, en op reis had ik 't heel rustig. Zoolang ik op duitschen grond was, bleef ik meestal alleen, wat my 't prettigst is. Maar na Arnhem veranderde dat.
De route over Coln is wel goed. Maar lastig is 't dat men daar een nieuw kaartje moet nemen en 't gepäck overschryven. Dit mag (naar my een dienstman verzekerde) niet gedaan worden dan door den reiziger-zelf. (Dat heet: het verwisselen van den Gepäckschein.) Wat dit nu weer voor reden heeft, weet god. Juist door dat heen en weer loopen wordt het ½ uur oponthoud bedorven.
Maar nu moet je eens informeeren of men te Rudesheim kaartjes afgeeft tot Cleve. Zoo ja dan kon je tot dáár doorgaan en er den avend en nacht blyven. In ééns door is voor Wou wat vermoeiend en, dóór hem, voor jou ook.
Van Cleve kan je 12 uur smiddags vertrekken, ofschoon dat 'n langzame trein schynt te zyn (ruim 4 uur onderweg naar Amsterdam) maar de tyd van den dag zou je misschien aanstaan.
Ik was van avend hier aan komende vreeselyk aanborstig. Nu is 't wat beter.
Ik heb hier wat gegeten en drink nu thee. Om te schryven heb ik ellendig licht. Voor van avend is er niet veel aan verbeurd, maar morgen vraag ik m'n oude kamer weer waar de gas redelyk was. Dag Mies, dag lieve beste Wouter, myn beste jongen. -
Ik zie erg tegen overmorgen avend op.