Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 869]
| |
Laatste woord over MultatuliMultatuli heeft gezondigd tegen de logica en tegen de aesthetica. Dit zal ik bewijzen. Multatuli is begonnen met te zeggen, dat het ter voorkoming van misververstand nuttig en noodig is nauwkeurig te bepalen, wat men met zijne woorden bedoelt. Vervolgens heeft hij verzuimd te bepalen, wat hij met het woord wijsbegeerte bedoelde. Dus moest ieder meenen, dat hij er hetzelfde mede bedoelde als iedereen. Toen heeft hij alle wijsgeerige leerstelsels gerangschikt onder één der twee rubrieken: loonstelsel en strafstelsel. Als toppunt van het eerste heeft hij wel degelijk den paus genoemd. Deze rangschikking is geheel ongewoon, en niemand kan met de gewone opvatting der wijsbegeerte hier iets van begrijpen. Dus moet Multatuli met het woord: wijsbegeerte geheel iets anders bedoelen dan alle andere menschen. Dit had hij volgens zijne eigen inleiding moeten zeggen. Dit nu heeft hij niet gezegd. Dus is hij inkonsekwent. Inkonsekwentie is zonde tegen de logica; derhalve... enz. Ten tweede: Multatuli heeft, in welken zin dan ook, in allen gevalle de beelden, kindermeid, zwarten hond, keukenmeid en platvisch gebruikt. Deze beelden zijn plat. Platte beelden te gebruiken is zonde tegen de aesthetica. Derhalve... enz. Hoe komt het dan, dat Multatuli bij sommigen zooveel opgang gemaakt heeft? Door zijne voordracht; want deze is zijn grootste, haast zou ik zeggen, zijn eenigste deugd. Hij herinnerde mij aan de ironische opmerking van Demosthenes, die op de vraag: wat is de hoofdzaak in de welsprekendheid? antwoordde: ‘de voordracht is het eerste, het tweede, het derde, kortom alles, bij het spreken voor het publiek’. Hiermede neem ik van Multatuli c.s. afscheid. D.B. |
|