Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 667]
| ||||
Rotterdam (hotel Weimer) dinsdag avend lieve beste Mieske! Daar zit ik weer te Rottm en in dezelfde kamer. RoelandtsGa naar eind1., CoenraadGa naar eind2. en de knecht waren aan den trein. Haspels kon niet omdat hy speelt. Eerst was ik van plan by hèm aan de komedie te gaan, maar ik blyf maar liever zitten, want ik ben moe van 't gespoor. M'n reisje is overigens, ook gister, nogal goed geweest. Ik vind dat jy, vooral om 't kind, ook de reis in 2n doen moet. In eens-dóór is voor hem te lang. Wat stond-i snoepig aan den trein te demonstreeren ‘als kind eens geslapen heeft, brief papa aan mama, kind ook naar de Hoolland!’ De dames die 't zagen, maar zeker niet verstonden, hadden er schik in. 't Was net of hy onder getuigen my myn woorden wou herinneren om de zaak rechtens te konstateeren! - Ik vernam van Roelands dat ik besproken ben: voor
Daarnà weet ik nog nièt. Eigenlyk wou ik nu maar hoe gauwer achter elkaar, hoe liever. - 't Spyt me dat ik nu by dat heen en weer trekken nog geen hoofdkwartier voor adres kan opgeven. Het ‘nazenden’ door de post geeft verwarring. Adresseer eenmaal naar Amsterdam, Rondeel. Daar moet ik Vrydagavend spreken (Saterdag en Zondag vry, zoodat ik niet weet waar ik dan wezen zal). Daarop volgt Maandag 17 Dordt. Als je nu je brieven nummert kan ik zien of er een weg is. En maak altyd melding van den ontv. brief. - Ik wou nu graag weten hoe 't staat met Oeberius. Of-i gauw thuiskomt, namelyk. Daarvan zal voornamelyk jouw overkomst afhangen. In 'n logement is geen doen, maar als Oebé nu spoedig thuis komt, zal ik haast maken met het zenden van geld, althans voor zoo ver 't in verband met die f 1300, -Ga naar eind4. gevoegelyk kàn. Als ik nu van die 6 eerste lezingen 't geld in eens vraag, zullen ze dat met pleizier doen, o ja. Maar dan kan ik dat niet weer doen als je hier bent, en dan zou je 't niet terstond zoo ruim hebben als ik gaarne wenschte. Nu we zullen zien. - Wat me nu hatelyk is, is dat ik telkens in 'n anderGa naar eind5. logement moet. | ||||
[pagina 668]
| ||||
Als ik morgen avend van Delft weer hierheen kom, moet ik toch den volgenden dag naar Leiden. En als ik in Delft blyf, moet ik al die dagen m'n heelen koffer meeslepen, telkens uitpakken en weer inpakken, alles, om by m'n trommeltje met schryfgereedschap te komen! Hier ligt nu alles op den grond. Er is geen kast op m'n kamer (of althans geen behoorlyke) maar wat zou 't helpen, daar ik morgen tòch weer alles moet inpakken. Dàt is 't ergste van die voordrachten! Wil je denken aan 't stempelen van kaartjes voor Tandem? - Eigenlyk wou ik graag weten wat het plan van Oebé was tenaanzien van z'n thuiskomen. Als hy van plan was langer uitteblyven, zou ik 't goed vinden als je maar eerst naar Hoorn ging. Als hy om onzentwil vroeger thuis komt, is 't zoo'n band om langer te blyven. - Ik laat me wat eten brengen, want ik ben flauw. - Ik schryf 'n postkaart aan Oeberius. 'n Vervloekt werk dat ik zoo'n moeite heb met het opgeven van adres! - Dag beste Mies, dag kleine kerel. |