[21 januari 1879
Brief van D.R. Mansholt aan H. de Raaf.]
21 januari 1879
Brief van D.R. Mansholt aan H. de Raaf. Twee dubbele en een enkel velletje postpapier, geheel beschreven (M.M.) De brief werd op 22 januari voltooid. Fragmenten.
Meeden d 21/22 Jan 1879
Beste vriend!
(....)
En nu wat anders.
Van Multatuli heb ik voor eenige dagen een brief ontvangen, dien ik - kortheidshalve en omdat ik weet dat ge graag den geheelen inhoud wilt weeten, hier bijvoeg, met verzoek hem met de eerste gelegenheid terug te zenden. Zoo als er uit blijkt is hij vrij zenuwachtig en sensible,Ga naar eind1. 'k geloof dat hij 't niet lang meer uithoudt. 't Is god geklaagd! Doch - groote mannen moeten lijden zoo als 't schijnt, ofschoon ik volstrekt niet beweren wil dat alle lijdende mannen groot zijn. - Als hij in Gron. komt zoek ik hem bepaald weer op, niettegenstaande Hesje (de verloofde van W.Sch.) mij wist te vertellen (hij had het van Rutgers, een verzopen student en zijn vriend) dat M. staaltjes uit de Ned. letterkunde verkeerd citeerde om ze bespottelijk te maken. Ik zei dat ik zulks niet geloofde en meer vertrouwen stelde in M. dan in een liederlijk sujet als die Rutgers.
(....)
Ik lees overigens weinig meer, ofschoon ik in die langen nachten thans mooie gelegenheid heb. Er worden weinig boeken gedrukt die mij belangrijk genoeg voorkomen om ze door te lezen. Over dag lees ik niets anders dan de vervloekt lamlendige Provinciale, romans ekelen mij aan,Ga naar eind2. tijdschriften, nu de vragen des tijds lees ik, maar overigens ook geen een, behalve natuurlijk die mijn vak betreffen. Wat doet ge dan? zult ge vragen! Nu, ik lees Multatuli voor den zooveelsten keer, Heine, Marx, Feringa en als ik over 'n goede bibliotheek beschikken kon, zou 'k er een enkelen wijsgeer