Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[26 september 1878
| |
[pagina 575]
| |
Wiesb. 26 Sept 1878 Hochgeehrter Herr, Wie werde ich mich entschuldigen den Empfang Ihres Briefes vom 22 Aug aus Bamberg noch nicht berichtet zu haben? Zwar war Ihr Schreiben an Dekker gerichtet, jedoch übertrug er mir gleich die Beantwortung, denn, wie wir Ihnen vielleicht sagten, das Führen der Feder ekelt ihm geradezu an, ein leider eben trauriges als schlimmes Factum für einen Schriftsteller. Es thut uns leid, Sie vor Ihre Abreise von hier nicht noch einmal gesehen zu haben -, indess das ist schon lange her, und vielleicht verschliesst die Zukunft, wie Sie so freundlich waren zu versprechen ein neuer Besuch, der uns jetzt wo wir Ihre werthe Bekanntschaft gemacht, doppelt angenehm sein wird. Unseren kleinen Mann geht es ganz gut. Er sieht aus wie ein kleines Bauernbübchen in Romane so blühend kräftig und rund; auch ist er sehr munter, dabei lebhaft schelmisch und geschickt, kurz, wir haben ihn sehr lieb, das zarte Geschöpfchen! Herzlichen Dank, werther Herr, für das kirchliche Geburtszeugniss und den Impfschein. Weitere Schritte zur Erreichung unseres Zweckes haben wir jedoch hinterlassen bis wir auch in den Besitz eines Auszugs aus dem Civilstandsregister sein werden. Hoffentlich wird es Ihnen bald möglich sein uns auch ein solches zukommen zu lassen, und werden wir weiter auf keine Schwierigkeiten stossen. Mit herzlicher Hochachtung und sehr freundliche Grüsse von uns beiden Ihr ergebene M.Douwes Dekker Schepel
Hochgeehrter Herr Major! Meine Frau hat die Wahrheit gesagt: Feder und Tinte sind mir verhasst. Doch will ich recht gerne ein Wörtchen hierbei fügen, um Ihnen zu versichern dass der liebe Kleine uns nur Freude macht, und dass es mir unmöglich vorkommt ein eigenes Kind herzlicher zu lieben als wir es ihn thun. Man kann sich denn auch kein liebenswürdigeres Kind vorstellen! Anfänglich war die ganze Sache nur eine Caprice meiner Frau, jetzt aber muss ich gestehen dass ich daran eben soviel Antheil nehme wie sie selbst. Auch ist es herzerfreuend zu bemerken dass der Kleine sich so | |
[pagina 576]
| |
glücklich fühlt als ein Kind sich fühlen kann. Es ist eine wahre Freude ihn spielen zu sehen und jauchzen zu hören. Er ist gehörig wild, doch dabei ohne Furcht, sehr gehorsam. Auch kommt er mir vor intelligent zu sein, woraus ich mir aber noch nicht viel mache da ich bei Erfahrung weiss wie oft aus ziemlich gescheutenGa naar eind1. Kindern nur sehr mittelmässig begabte Menschen wachsen. Doch hat er ein liebevolles Herzchen, und das wird hoffentlich bleiben. Kurz, ich habe nur gutes und liebes vom kleinen Kerl zu berichten, und ich kann Ihnen versichern dass wir ihn für alle Schätze der Welt nicht verlieren möchten. Nach meinem Ableben wird das Versorgen und Lieben des Kindes für meine Frau ein wahrer Trost sein, keine Beschwerde doch eine Stütze! Kommen Sie doch sobald Ihre Umstände es erlauben, wieder einmal in Wiesbaden! Hochachtungsvoll und freundschaftlich Ihr g[anz] ergebener Douwes Dekker
Vertaling: Wiesb. 26 sept 1878 Zeer geachte Heer, Hoe moet ik mij verontschuldigen dat ik de ontvangst van uw brief van 22 augustus uit Bamberg nog niet bevestigd heb? Uw schrijven was weliswaar aan Dekker gericht, maar hij droeg mij dadelijk de beantwoording op, want, zoals we U misschien al vertelden, heeft hij eerlijk gezegd een weerzin tegen het voeren van de pen, een helaas even treurig als ernstig feit voor een schrijver. Het spijt ons dat wij U voor Uw vertrek niet nog een keer hier hebben gezien -, maar dat is inmiddels al weer een hele tijd geleden en misschien verbergt de toekomst, zoals U zo vriendelijk was te beloven, een volgend bezoek dat ons nu wij zo prettig met U kennis gemaakt hebben, dubbel aangenaam zal zijn. Het gaat onze kleine man heel goed. Hij ziet er uit als een klein boerenjongetje uit een roman, zo bloeiend, krachtig en stevig; ook is hij zeer opgewekt, bovendien levendig, ondeugend en knap, kortom, we hebben hem zeer lief, dat schattig schepseltje. Hartelijk dank, waarde Heer, voor het kerkelijke geboortebewijs en het inentingsbriefje. Verdere stappen voor het bereiken van ons doel hebben wij echter nog achterwege gelaten tot wij ook in het bezit zullen zijn van het uittreksel uit het bevolkingsregister. Hopelijk zal het U spoedig mogelijk zijn ons ook zoiets te doen toekomen en zullen we verder niet op moeilijkheden stuiten. Met hartelijke hoogachting en zeer vriendelijke groeten uw toegenegen M. Douwes Dekker Schepel | |
[pagina 577]
| |
Hooggeachte Heer Majoor! Mijn vrouw heeft het bij het rechte eind: pen en inkt staan mij hevig tegen. Toch wil ik hier heel graag een woordje aan toevoegen, om U te verzekeren dat de lieve kleine ons alleen maar vreugde bereidt, en dat het mij onmogelijk voorkomt een eigen kind hartelijker lief te hebben dan wij hem. Men kan zich dan ook geen beminnelijker kind voorstellen! In het begin was de hele kwestie alleen maar een opwelling van mijn vrouw, nu moet ik echter toegeven dat ik er evenveel plezier aan beleef als zijzelf. Ook is het hartverwarmend te merken dat de kleine jongen zich zo gelukkig voelt als een kind zich maar voelen kan. Het is een ware vreugde hem te zien spelen en te horen juichen. Hij is behoorlijk druk, maar toch zonder angst, zeer gehoorzaam. Ook lijkt hij mij intelligent, maar toch stel ik me daar nog niet teveel van voor, omdat ik uit ervaring weet hoe vaak uit tamelijk verstandige kinderen toch maar zeer middelmatig begaafde volwassenen opgroeien. Toch heeft hij ook een liefdevol hartje en dat zal hopelijk zo blijven. Kortom ik kan niets dan goeds en liefs over de kleine baas vertellen, en ik kan U verzekeren dat wij hem voor alle schatten van de wereld niet kwijt zouden willen raken. Na mijn overlijden zal het verzorgen en liefhebben van het kind voor mijn vrouw een ware troost zijn, geen belasting, maar een steun! Komt U vooral zodra Uw omstandigheden het toelaten, weer eens naar Wiesbaden! Met alle hoogachting en vriendschap, Uw volledig toegewijde Douwes Dekker |
|