[29 april 1878
Brief van Multatuli aan H. Schaepman]
29 april 1878
Brief van Multatuli aan Hillegonda Schaepman. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.)
Rotterdam 29 April
Wel, beste meid, ik wensch je harteyk geluk met je examen. Ja, 't verwonderde me al dat ik niets van je hoorde. Als je me weer schryft, noem me dan ‘Dek’ & ‘je’ zooals de kinderen.
Ik voel me zeer onwel, en na afloop van die voordrachten heeft de overspanning die noodig was tot het verrichten van dien tour de force, plaats gemaakt voor afmatting. Ik heb behoefte aan rust & verpleging. Dit laatste nu kan ik thuis vinden, maar rust zou ik er niet hebben daar ik overkropt ben van bezigheden, en bovendien verteerd word door verdriet. Ik had hier in Holland een & ander te doen, dat ik altyd tot nà die voordrachten uitstelde, en alles loopt anders dan ik wenschte, en dan ik recht had te verwachten. Ik zend U hierby een herbarium. Daarin is een aardige aanleiding tot beoefening der botanie. Dient het jezelf niet, dan kunt ge 't misschien gebruiken voor Uw leerlingen. 't Spreekt vanzelf dat zoo'n verzameling planten, op zichzelf en zonder wetenschappelyke toelichting, niets beteekent, maar 't kan dienen als aanschouwelyke bydrage tot de ware studie.
Vergeet niet dat ge my beloofd hebt me te zullen waarschuwen als ge te Wb. denkt te kunnen komen. Nu, voor uw komen hoef ik niet gewaarschuwd, maar ik meen betreffende zeker byzaakje.
Wees intusschen hartelyk gegroet van
Uw vriend
DouwesDekker
Ik ben onwel, en verlang vreeselyk naar huis.