Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[16 maart 1878
| |
[pagina 325]
| |
blyf ten einde me daar voortebereiden voor Arnhem waar ik helaas maandag avend spreken moet. ‘Helaas’ want de heele voordrachtery is me 'n gruwel. Waarom doe je 't dan, vraagt ge? Wel, omdat het 'n noodzakelykheid is. 't Is niet vereerend voor Nederland, maar 't is nu eenmaal zoo. Ik moet U ernstig verzoeken me niet te spreken over de dingen die ge gister met 'n enkel woord hebt aangeroerd. Die zaken hebben 'n zóó treurigen invloed uitgeoefend op m'n leven, dat ik me daaraan niet nog op àndere wyze dan door het dragen vanGa naar eind1. de onvermydelyke rampzalige gevolgen mag laten herinneren. Ik heb m'n stemming noodig, zooals de handelaar z'n kapitaal. U ontviel gister 't (al te banale!) woord: wees kalm! Ik zeg U, dat ik 'n onmensch wezen zou, minder dan 'n beest, indien ik kalm bleef by 't behandelen der gevolgen die bedoelde gebeurtenissen voor my gehad hebben. De martelende gevolgen moet ik blyven dragen, maar ik verkies niet me nog bovendien te laten pynigen door 't aanroeren daarvan. Bovendien zou 't me belet worden door den toestand van m'n keel. Om uitteleggen wàt my is aangedaan, had ik twee uren sprekens noodig, en zóóveel inspanning buiten 't boekje myner publ voordrachten, mag ik me niet veroorloven. Ik moet zeer economisch omgaan met m'n geringe middelen van lichaam en geest. Wees alzoo tot ± ½ 5 heel vriendelyk gegroet van tt Douwes Dekker Hot. Wynberg Saterdag. |
|