Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[17 februari 1878
| |
[pagina 144]
| |
Beschryf aan AnnetGa naar eind5. m'n drukte lezingen, bezoeken, brieven - 12 daags! - hotels, koffertjesleven, altyd point de mireGa naar eind3., t is niet uittehouden. Ik was dan ook gister kompleet half gek. Hier bekom ik! - Zeg aan Kätchen dat ik haar 'n mooi geschenk zal meêbrengen. Ik weet al wat! Ik heb daar schik in. Het geld dat ik van m'n lezingen ontvang, zal 't geringste zyn dat ik uit Holland meeneem. Je zult geen armoe meer lyden! Ik heb de domheid gehad het aan Non te schryven, in 'n mal élan. Ik gaf 500 gl als ik 't niet gedaan had. Maar - nog eens - over háár later. - Tweemaal al bericht van JeanneGa naar eind4.. Haar jongetje is ziek. - Kreeg je de 225 gl van Funke? Gut, hoe prettig dat je alles kunt afdoen. Betaal nu die broek by Butsbach ook maar dunkt me. Maar dat 's jou zaak. - Dag lieve Mies, ik wouje 'n hartelyken zoen geven. O, ik heb niet gesproken van Mathilde. Die kwam tusschen haar lessen in 't Rondeel om (zoo mogelyk) my te helpen, maar ze verstaat het niet. Ik heb bitter medelyden met haar. Zy is goed en nobel, maar ik kan niets voor haar wezen. - Tot m'n verwondering hoor ik niets over die brusselsche zaken. Bos en Haspels staan op de wacht dat niemand iets doet buiten my, en weten dat jy alleen Willème kunt afdoen. Zy beiden zyn stevig. Dus wees daarop gerust. Ook weten zy dat ik 't geld van de lezingen voor andere dingen noodig heb. De afdoening van Zuur, byv bevalt me niet. In godsnaam! - Wees over geldzaken gerust! Ik wou zoo graag dat 't zoontje van Haspels (8 jaar) 'n allerliefst gezichtje van 'n jongen, wat by je kon zyn. Ik heb nooit zoo'n komiek kinnetje gezien als van dien jongen, en 'n beeldig gezichtje. Maar om dat te doen, zou jy hem moeten halen van Keulen, en dat kan niet om je keel. Daarom sprak ik er niet eer over. Dag mies. Ik ga me kleeden en eens wat in de lucht. Ook eten. Dag kind.
je laatste brief eindigt Vrydag morgen. Zeker is er nu al een te Amsterdam. Die kryg ik morgen. |