[27 januari 1878
Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]
27 januari 1878
Brief van Multatuli aan J.M. Haspels. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (1/6) beschreven. (M.M.)
Voor alle drie,Ga naar eind1. natuurlyk
Wb. 27 Januari 78 beste Haspels. Dat ik u niet eer bedankte voor uw brief van ± 10 dagen geleden, met ingesloten f 35 was omdat ik altyd door in beraad en op sprong stond overtekomen. Gedurig werd ik tegengehouden door 'n aaneenschakeling van hindernissen. Er bestonden verdrietelykheden die me elk oogenblik konden dwingen naar Munchen of zelfs naar Italie te gaan. 't Was 'n waar gemartel van onzekerheid. Ik ben er dan ook zoo zenuwachtig van dat ik moeite heb me overend te houden. Maar 't houden van lezingen of voordrachten is 'n noodzakelykheid. Er is geen lieve moeder voor. Ik zal dus Woensdag a.s. te Rotterdam zyn. Vanhier vertrek ik al dinsdag middag, om te Keulen te vernachten, want ik ben te zwak om in eens doortereizen.
Zoudt ge nu zoo goed willen zyn, by 't regelen van voordrachten dáárop te willen rekenen? Annonceer en bestem maar naar uw goeddunken. Als ik mee moet overleggen komt er niets van terecht. Dit kan ik niet. Daarom juist is uw hulp my van zoo groot nut. In al m'n aanrakingen met publiek raak ik in de war. Dus: van en met donderdag avend ben ik beschikbaar! Ik zal de door Ulieden te maken arrangementen stipt honoreeren.
Schikt het U, gedurende m'n verblyf te R. de Vorstenschool te geven met Mej. Beersmans, asjeblieft! Misschien zou 't U goeddoen, op 't affiche te kunnen zetten: ‘Op nieuw ingestudeerd onder de leiding van den auteur.’ of zoo-iets. Ja, ik zou wel gaarne nog eens repeteeren.
Hartelyk gegroet van
tt
DD