Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877

[16 september 1877
Brief van G.L. Funke aan Multatuli]

16 september 1877

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Met gedrukt kopje G.L. Funke. Heerengracht bij de Hartenstraat, 242.

Amsterdam, 16 Sept 1877

Waarde Dekker! Ik moet bekennen dat de lectuur van Uw correspondentie en die van Mimi met M.K. mij leed deed en hen die U niet kennen een onaangenamen indruk moet teweeg brengen, al zal ieder 't gemeen vinden zoo'n briefwisseling publiek te maken. Het feit alléén dat zij geen letter schreef, zonder er Kopy van te houden, is genoeg om haar slangennatuur voor ieder duidelijk te maken.

[p. 729]

Vraagt Ge mij of 't me heeft verwonderd dat Ge haar die brieven zondt, dan antwoord ik in vollen ernst: neen! Ieder die ook maar oppervlakkig met U in relatie kwam of slechts enkele brieven met U wisselde, zal 't heel natuurlijk vinden dat Ge haar zoo gul tegemoet kwaamt. Voor de vrienden is dus dit geschrijf niets waard, al mogen ze 't jammer vinden dat Ge U wat snel door zoo'n humbugfiguur liet inpakken, maar voor Uw vijanden en hen die u niet kennen maakt Ge werkelijk een vreemd figuur.

Het ‘talent’ waarmeê zij die brieven heeft gegroepeerd en geïllustreerd met gefingeerde epistels aan Familiën H. of Mevrouwen B. en dergelijke X-en, is zoo kwaadaardig mogelijk, en zeer zeker zal zij door de uitgaaf dezer bundels voor goed gezorgd hebben dat niemand zich verder met haar zal inlaten. Gelukkig ook zijn deze boeken zóó duur gemaakt (f9.25!), dat maar enkelen dien prijs voor dat schandaaltje zullen over hebben en haar uitgever Revers al spoedig zal leeren, dat hij geweldig bekocht is door deze belachelijke ‘Judith.’ En welke uitgever zal zot genoeg zijn nog later haar te helpen om geld te slaan uit zooveel gemeenheid. Geloof me dat Revers menige schampere opmerking te hooren krijgt over zoo'n uitgaaf, waardoor ook zoovelen zijner confraters werden gecompromitteerd!

Dat Ge haar de eer niet aandoet eenig antwoord te geven, acht ik verstandig. Dàt juist zou koren op haar molen zijn en den tijd nog maar rekken vóór zij als een nachtkaars uitgaat. Als zij in onze Indiën nu nog uitgelachen is, zal haar rijkje, dat toch al zoo beperkt was, wel geheel uitgestorven zijn. Grappig genoeg is uit haar eigen boek te lezen dat al haar vrienden haar tenslotte alleen lieten; alleen Elize Baart durfde zich nog niet losmaken.

Jammer dat nu 't geval met Uw zoon bijdraagt om U te ontstemmen en Ge nu nog zult moeten verhuizen om ook Nonni te herbergen. Als een paar honderd Gulden U in deze van dienst kunnen zijn, spreek dan maar svpl.

Over een kleine 14 dagen wonen we aan de Joden Heerengracht, waar we meer kamers en ook een aardig stadstuintje zullen hebben voor ons volkje. Er is dus veel drukte op handen, vooral omdat mijne 10 duizenden boeken ook meêgaan en daar op nieuw gerangschikt moeten worden. Gelukkig houdt mijne vrouw zich redelijk goed, al is ze alweêr zes maanden heen.^1. Ge

1. Op 15 december 1877 zou Eduard Funke worden geboren.

[p. 730]

ziet dat de theorie van den schrijvers der ‘Elements’^2. in de praktyk falen kan. Hoe die Franschen dat schipperen vat ik niet best.

Nu, we hebben Goddank boterhammen genoeg, 't is alleen maar vervelend te noemen altijd zoo in zorgen te zitten.

Wees met de Uwe van ons recht hartelijk gegroet

tt G L Funke

Morgen volgt de Amstelbode, als er werkelijk iets instaat van wat Ge vermoedt. Ik lees dat blad maar zelden.

2. Elements of Social Science, zie V.W. II, blz. 686.