[23 juni 1877
Roorda van Eysinga in de Sneeker Crt.]
23 juni 1877
Artikel van S.E.W. Roorda van Eysinga naar aanleiding van de Bloemlezing in de Sneeker Courant, no. 50. (G.A. Sneek; fotokopie M.M.) Fragmenten.
Zie voor het voorafgaande stuk bij 20 juni en voor het vervolg bij 27 juni.
Geen waardig onderwijzer zal zich van het antwoord op categorische vragen van den leerling trachten af te maken met de schoonmaaksters-uitvluchten:
‘De waarheid ligt in 't midden. Men moet weten te geven en te nemen. Multatuli is heftig, enz.’ Was Jezus soms parlementair, toen hij de wisselaars uit den tempel joeg? (....)
De waarheid kan niet in 't midden liggen, als Het Vaderland verklaart: ‘Het Nederlandsche Volk verlangt bovenal waarheid,’ en als Multatuli het verleugend noemt, of als de Droogstoppels een standbeeld oprichten voor den heer Thorbecke en Multatuli zegt: ‘De eenige weg ter onsterfelijkheid is Golgotha. Wie er langs anderen weg tracht te komen, is een infame smokkelaar.’ De waarheid kan niet in 't midden liggen, als onze ministers, volksvertegenwoordigers en Indische regeeringsleden eene eer stellen in hunne betrekking, terwijl Multatuli de aanneming daarvan eerloos acht en hen Droogstoppels, dievenbazen, laffe boeleerders om de volksgunst noemt. Door laf gemodder tusschen de waarheid en de leugen, het licht en de duisternis, het recht en het belang, zijn wij in den ellendigen toestand gekomen, waarin wij nu verkeeren, en door karakterloos gemodder van de onderwijzers zouden wij in dien ellendigen toestand blijven. (....)
R.v.E.
(Wordt vervolgd.)