Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 655]
| |
Wiesbaden 28 Maart 1877 Waarde Funke, ik heb U nog niet bedankt voor de remise van f 200. - die me gewerd met Uwen brief van 22 dezer. De oorzaak was dat ik U 'n woordje meer wou schryven dan dat, maar 't kwam er niet toe. Ik lig tegenwoordig byna alle nachten tot den morgenstond te hoesten. Dit geeft onplezierige dagen. Het vermoeit zoo! En daarby allerlei verdrieten van anderen aard, wel niet alles even belangryk, maar 't een komt by 't ander. Soms loopen de beroerdheden in 't komieke. ‘Nu, lach er dan om’ zegt ge. Ja, dit doe ik ook wel, maar 'n gewonde voelt by èlke aanraking pyn. Als iets komieks 't volgende. Voor eenige maanden ontving ik 'n brief van 'n ‘geestverwant.’ Ik haal dit woord aan omdat zulke brieven typisch zyn. Ik antwoordde beleefd, maar niet meer. Vervolgens kreeg ik nog 'n paar brieven waarin ik verheven werd boven de wolken. Acht of tien dagen na den laatstenGa naar eind1. schryft me dezelfde man ineens zonder de minste aanleiding van myn zy (want ik had niet geantwoord) dat ik 'n slang was, 'n monster.Ga naar eind2. Eerst nu had hy, ‘na jaren studie van m'n werken’ dit op eens daarin gezien.- Over Italie zal ik maar niets zeggen. 't is 'n treurige zaak. Ik zou nu Nonni niet gaarne hier willen hebben, daar ik geen lust heb op m'n ouwen dag met 'n verwaand jong ding over principes en ideen te kibbelen. Ik kan me begrypen dat ze meenen zou heel wat gedaan te hebben als ze my 'n citaat uit Dante of Tasso naar 't hoofd gooide. Merci! Dank voor dat Dagblad van N.I. waarin Huet z'n gal uitspuwt. Ge hebt volkomen gelyk hem 'n ellendeling te noemen. Ja, 't is 'n infamie. En ik beweer op karakterkundige gronden dat de oorzaak van zulke laagheden geheel en al zit in afgunst. (Zie bladen 11 van bundel II, de noot.) Beter dan iemand geloof ik de zaak van V | |
[pagina 656]
| |
en Holda te kennen (‘beter dan iemand’ beteekent hier: ook beter dan zyzelf.) en ik kan betuigen dat Huet - de laagheid van 't analyseeren en vingerwyzen àpart - slecht ingelicht is. Doch al ware dit anders, wie roept hem er by? Wie stelde hèm aan, tot censor morum?Ga naar eind3. Enz. Nu, al die beschouwingen zyn begrepen in 't woord ‘ellendeling’ dat gy gebruikt. Juist, dàt is hy!- Verbeelje, we hebben hier te Wiesb. iets dat wel eens 'n Cause celèbreGa naar eind4. zou kunnen worden. In de opvatting van 't hiesigesGa naar eind5. publiekjen is 't dit al. Sedert 'n dag of 12, 14 hoort men overal mompelen van arrestaties, en méér dan mompelen: 't staat in de courant. Vandaag nog, maar altyd zoo geheimzinnig als 't modelletje dat hierby gaat. Dus voor U, ra, ra! Doch men weet er natuurlyk meer van. Er zyn 'n 20 tal personen gearresteerd (dames? vrouwen? meisjes?) wegens vruchtafdryving. Anderen gaan verder en spreken van kindermoord. Herhaaldelyk hebben er opgravingen op 't kerkhof plaats gehad. Men zegt dat er vruchtjes (of kinderen) daar waren verdonkeremaand door ze in de kist van andere lyken te stoppen. Hoe dit in z'n werk kan gegaan zyn, vat ik niet, daar 'n arm schepsel dat 'n kind heeft wegtemoffelen, toch zoo gauw niet in aanraking komt met 'n sterfhuis. ‘Ja, zegt men, maar de doodgravers waren in de zaak betrokken.’ Ook dan begryp ik 't niet. Er wordt gesproken van 'n ‘bende.’ (Bande)Ga naar eind6. Een bende kindermoordenaressen? Een bende vruchtafdryfsters? Is dat 'n zaak waarop 't Genootschapswezen van toepassing is? ‘Nu ja, 't verkoopen van middelen had zulke groote proporties aangenomen.’ Een feit is dat er veel personen gearresteerd zyn, en dat de Staatsanwalt (publiek ministerie) zich weert als 'n kleermaker met één klant. Ik hoor dat de man dol is van ambitie om schuldigen te vinden. Als 't tot 'n proces komt, zal 't natuurlyk plaats hebben met gesloten deuren. Let zelfs eens op de redaktie van 't vodje dat ik hier insluit. De officieele preutsheid gaat zeer ver! Dit nu zou in Holland ook zoo behandeld worden. Maar de wet verzet zich niet tegen schryvery als van Huet. Ik voelde en voel grooten aandrang om hem op z'n plaats te zetten, maar 't is zeer moeielyk. Ik zie geen kans het te doen | |
[pagina 657]
| |
zonder de zaak nog méér voor 't voetlicht te halen. Als ik beweer dat hy zich - afgescheiden van z'n kwaadaardige appreciatie - ook vergist in de feiten, zou daaruit volgen dat ik dan die feiten beter bekend maakte. En dit schikt me niet. De slotsom is dat èn V & Holda zich zeer ongelukkig voelen, en dat zoo'n êtreGa naar eind7. niet met ‘lange nagels in hun wonden behoefde te krabben’ om hun leven te verbitteren. Van zóó'n boosaardigheid heb ik geen begrip! Volstrekt niet ter verschooning maar als opheldering kan dienen dat hy (ik meen uit de dagen van 't student-zyn) 'n haat tegen V. had. Dit bleek trouwens reeds dikwyls, byv. in z'n allerzotste beoordeeling van de Vogels. Geheel-en al zwygen kan en wil ik niet. Maar 't best zal wezen, 't met 'n oorveeg aftedoen. Wilt ge zoo goed zyn my by-gelegenheid te zeggen of dat schandstuk in 'n hollandsch blad is overgenomen. Zoo neen, dan zou ik door 't expres behandelen daarvan, hem aan publiciteit helpen. Dit moet vermeden worden. Ik vrees echter dat er canailles zullen zyn die 't overnemen. 't is pikante kopie!- Onder ons (nu ja de heele br. is onder ons) en dan, de flinke, knappe, oprechte Holda heeft zichzelf gefopt met haar gevèrs, met dat heimischeGa naar eind8., met dat ziekelyk en ziek makend gejingel. Ze was kinderlyk bly met haar Hooglied en de andere gedichtjes die daarby werden uitgegeven, en Mimi heeft haar gewaarschuwd. Ik ook, dikwyls, doch op anderen grond. Mimi, om de toepassing die men er op vinden zou (zooals nu Huet ook doet, waartoe niet veel scherpzinnigheid noodig is) en ik om 't gemoedbedervende van dat geforceerd-sentimenteel hart-smart geseur! Holda was er te goed te flink voor! En V., zèlf verdiept in valsche opvatting van kunst, ziet het, thans nog niet in. Hy is boos op me omdat ik op blz. 313, 314 aan Holda dien wenk gaf. En... dit staat weer in-verband met het geheel verschil in richting, wat litteratuur en kunst aangaat. Er staat daarover genoeg in den aflg die we nu onder handen hebben, en tot nog toe zal ik wel de eenige zyn die zoo over de zaak denk. Maar lang na m'n dood zal men misselyk zyn van navolgers. Wie niet in-staat is iets oorspronkelyks te leveren, moet maar metselaar worden. Dat eeuwige nàdoen overvoert de markt met middelmatigheden. 't Is 'n bederf, van smaak niet alleen, maar ook van ons karakter, en van | |
[pagina 658]
| |
ons bestaan als afzonderlyk volk.- Ik heb kopie liggen, maar wacht op proef van vel 24, om te berekenen hoe ik uitkom met den bundel- Wees met uw lieve vrouw hartelyk gegroet van tt DouwesDekker Geen enkel berichtje was duidelyker dan dit. Maar zoo las ik er al 'n dozyn. de courant was by ongeluk verscheurd. Ik vul 'n beetjen aan.Ga naar eind9. ...März (Verhaftung) Am vorigen Samstag kam der Staatsanwalt von Wiesbaden hier und liess einen Mann aus Wiesbaden der mit dem Zuge von Frankfurt hier ankam, beim Aussteigen sofort verhaften; Grund dieser Verhaftung ist ein Vergehen gegen bestimmte Paragrafen des Strafgesetzbuches, wie Aehnliches in Wiesbaden, Biebrich und anderen Orten schon geschah. |
|