Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[14 december 1876
| |
[pagina 571]
| |
ten als 'n nachtkaars uittegaan. Maar Mies zegt dat dit meer gebeurd is en dat ik altyd weer opknap. Ze doet wat ze kan, kookt onbegrypelyk sterke soepen &c. Maar ik kan haast niets eten. De brief van Uw vrouw is allerliefst! Och, hoe weinig gedrukte schryvery kan daarby halen! O, ik heb zoo gelachen over m'nGa naar eind3. meevallen in eenvoudigheid. Ik hoop haar nog erger meetevallen op dat punt, zoodra ik te Amsterdam kom. De prototype van Leentje (althans iets als protot.) beweert dat ik ‘niets veranderd ben sedert m'n kindsheid.’ Dat 's sterk, hè? Nu, ik haal er uit dat ik niet heerachtig of schryverachtig geworden ben, of niet opgangmakerig.- Hé, kunt ge berekenen dat Ds van Waning Bolt de bloeml. gekregen heeft? Hy heeft me niet geschreven, en dit verwachtte ik toch van hem, daar ik weet dat het hem veel pleizier moet gedaan hebben. Hy is de raarste snuiter onder alle Dominees. Ik hoor hem, dunkt me, tot z'n vrouw ('n dochter van profr. ten Brink) zeggen by de ontvangst van 't pakje (let wel, 'n Dominé) ‘Wel, godd-... dàt doet me nou 'ns bliksems veel pleizier!’ Gut, zoo'n rare vent, maar hy had altyd 'n best hart.- Hartelyk gegroet ook met Uw lieve vrouw. tt DD O, lees asjeblieft byg. no 22 Schoolblad 12 dezer.Ga naar eind4. Van Vloten stikt van nyd over de aanpryzing der Bloemlezing in de Nieuwe Bydragen.- En zie in 't zelfde no hoe dapper Roorda v. E. zich weert. Die is één trouw en hartelykheid, 'n vrind van 30 jaren hèr! Ja, zend asjeblieft kompleete werken aan Mr Jongen chez Mr Coolen Weenastraat. Rotterdam. hy is de man van die bulletins.Ga naar eind5. Dat ik z'n adres in 't fransch geef heeft 'n komieke reden. |