Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 513]
| |
Met gedrukt kopje Bureel van Het Nieuws van den Dag. - Pijpenmarkt, No. 187 en 189.
Amsterdam, 18 Nov. 1876 Beste Dekker! Het verheugt me zeer dat Ge 't prettig vindt voortaan wat beter betaald te worden. Toch mag ik bij deze gelegenheid niet onopgemerkt laten wat ik U al vroeger zei, nl dat Gijzelf wat meer koopman moest zijn om Uwe uitgevers in staat te stellen U hooger te honoreren. Wanneer Ge b.v. kondet besluiten Wouter af te werken, daarop Uwe reeks onder den titel Ideën te sluiten en een nieuwe reeks onder anderen titel aan te vangen, dan geef ik gaarne f60. - à f70. - per vel. Het publiek koopt weinig of geen afzonderlijke bundels Ideën en om ze alle 7 aan te schaffen, daar tegen ziet men op om de kosten. De oude inteekenaren blijven ons trouw, doch door sterven en verplaatsing wordt toch het totaal cijfer minder; wel wordt die schade zeer ruim gedekt door nieuwe koopers van bundel I-IV in post formaat, doch niet voldoende om U voor nieuwe Kopij meer dan f50. - te kunnen betalen. Het debiet aan bundels als Havelaar, Minnebrieven en Verspr. Stukken staat tegenover dat der Ideën als 5 tegen 1. Ge ziet hieruit hoe veel uitgebreider Uw publiek voor Ideën kon zijn, wanneer Ge daarvoor telkens afwisselende vormen koost. Buitenlandsche auteurs krijgen zeker veel geld voor hun manuscripten, maar ze plooien zich zeer stellig ook wat meer naar de wenschen van hunne uitgevers of beter gezegd, hun publiek. Geloof me, ik zou zoo graag zien dat Ge gemakkelijker uitkwaamt en hoofdzakelijk dáárom verstout ik mij U nog eens lastig te vallen, zonder dat ik daarom geloof dat Ge Uw program zult laten varen. Tegelijk echter moet 't mij van 't hart dat ik met geen enkele mijner auteurs aangenamer heb gewerkt dan met U en 't daarom niets meer dan plicht mag heeten dat ik U in de voordeelen doe deelen die Uw arbeid voor mij opleveren. Wat de Bloemlezing betreft kan ik U meedeelen dat ik daarvan tot heden circa 700 verkocht. Die 700 ex. verkocht ik echter bij | |
[pagina 514]
| |
aanbieding aan mijne confraters en deze nu zijn op enkele uitzonderingen na, tot heden nog niet gelukkig geweest met den afzet aan 't publiek. Over 't algemeen vernam ik op mijne aanbiedingsreis dat men vreesde dat door deze Bloemlezing het debiet in bijzondere werken, als Havelaar, Minnebrieven en de 4 eerste Ideën bundels, zou verminderen welk gevoelen ik in 't minst niet deel. Toch schijnt die dwaling invloed gehad te hebben op de ambitie van 't meerendeel om met de 5000 eerste afleveringen die ik hun in commissie zond, te werken. Slechts zeer enkelen vergrootten later hun aanvankelijke order. Zoo b.v. heeft Waltman reeds 45 ex verkocht en nam hij nog 30 op risico. Als allen zich zoo flink gehouden hadden, moesten er minstens 1500 geplaatst zijn. Niettemin vrees ik volstrekt niet dat het werkelijk mooie boek zijn weg niet vinden zal; wees Gij en Mimi daar heel gerust op! Van Uw ‘Max’ verkocht ik in den loop van '76 niet minder dan ruim 500. Dat boek leeft dus krachtig voort. Ook Minnebrieven en V. Stukken blijven een debiet van 150 à 200 per jaar houden. V.A. en Pruisen loopt kalmer. Br. daarb.n en Vorstenschool hebben een debiet van 60 à 75 in dit jaar gehad. Als ik een beetje verder door den 5n druk van V.S. heen ben, woû ik daarvan nog eens een editie in post 8 geven van 60 of 75 cents. Van nu af tot Sint Nicolaas adverteer ik bijgaande groote annonceGa naar eind1. in 20 dagbladen en weekbladen; bovendien komt de kleineGa naar eind2. in de voornaamste 6 bladen te lezen.- Ik betwijfel of een reis naar Holland U in dit seizoen zou verkwikken, al begrijp ik dat Ge een zwaren strijd hebt om een zoo dringend aanzoek af te wijzen. Er schijnt hier iets in de lucht te hangen dat iedereen ziek maakt. Bij mij aan huis is 't een waar lazarethGa naar eind3.; alle vijf hoesten als jonge hondjes en zijn koortsig; de jongste, een prachtig meisje van 5 maanden, heeft beklemming op de borst, waardoor zij een dag of drie niet buiten gevaar was. Mijn vrouw is uitgeput door waken en zorg, en zakt nu en dan ook in elkaar, zoodat ik dagen doorbracht met vrouw en drie kinderen in bed en twee anderen hangerig en met flauwe oogen. Een oude baker helpt ons wat voort. 't Is dan ook 't misselijkste weer dat men zich denken kan; mist, vocht, scherpe kou, sneeuw; dat alles wisselt onophoudelijk. Gelukkig blijf ik als altijd recht op mijn beenen en hindert me al die afwisseling niet, alléén voel ik me soms wat mat door te weinig nachtrust.- | |
[pagina 515]
| |
De 3e aflev wordt heden verzonden. Aan U zend ik 3 ex. en 't boek van Eshuijs in apart pakket. De gewone presentex. namens U gaan ook heden in zee. Wat zullen de luî verrast worden! Wees met de Uwe recht hartelijk gegroet van tt G L F |