Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 467]
| |
Amsterdam, 1 Oct. 1876 Waarde Dekker! Eindelijk kan ik Uw brief beantwoorden. 1e bericht ik u dat de 1e aflev. der Bloemlezing verzonden is en ik aanvankelijk (ze is pas 3 dagen onder zeil!) tevreden mag zijn over den ontvangst. Later hoop ik U meer positief gunstigs te mogen meêdeelen. Ik zal de overige 9 aflev. snel achtereen uitgeven en reeds half November den compleeten bundel in netten band verkrijgbaar stellen. De toezending aan Mimi (hoeveel ex. wenscht zij?) bewaar ik liefst totdat de gebonden ex gereed zijn, tenzy zij nu reeds eenige ex in aflev verlangt. Hierbij één aflev. als specimen. 2e is 't duidelijk gebleken dat het kanailje dat bij mij de glazen verbrijzelde, zonder 't minste nadenken te werk ging. Al wat er mooi uitzag, werd vernield; bij mijn buren even goed als bij mij. Als dolle stieren zijn ze tegen de muur geloopen, zonder eenig overleg. Droevig dom! Uwe opmerkingen aangaande de afschaffing der kermis acht ik volkomen waar. Ook onze Burgemeester en de Wethouders waren van die meening, doch zijn indertijd overstemd door den ‘Raad’. Het ongeluk wil dat onder ons Dagelijksch Bestuur geen mannen zijn die prestige genoeg uitoefenen, om zulke dwaze besluiten te voorkomen, terwijl ze later onhandig zijn in 't uitvoeren van zulke vonnissen, waardoor de gevolgen veel erger worden dan bij mogelijkheid te voorzien was. Ik dank nog elken dag 't gunstig noodlot dat mij bewaard heeft voor sabelhouwen van dolle husaaren of dronken dienders, waardoor doodonschuldige burgers voor hun leven verminkt werden. Liever heb ik dan nog maar een paar honderd gulden schâ te betalen, hoewel ook dàt mij hard genoeg valt en mij heel wat ergernis kost. Mijn vrouw die al zoo lang wanhopige pogingen doet om een potje te maken, moppert nog 't meest over zulk verloren geld, zoo als Ge licht denken kunt. 3.e Dat Ge van vdLinde niets merkt, verheugt mij zeer. Ik hoop dat dit zoo zal blijven en Ge U nooit weêr over den vent te ergeren hebt. Voor ca. een halfjaar geleden vertelde de Graaff uit Haarlem (de uitgever van v Vloten's Kunstbode e.t.q.) mij, dat vdLinde een uitvoerig artikel tegen U in de pen had. Dat schijnt echter bij | |
[pagina 468]
| |
't plan te blijven, indien zelfs 't plan ooit bestaan heeft. Bemoei U maar nooit meer met den kerel: 't zou mij niets verwonderen indien hij vroeg of laat zich weêr eens bij U trachtte in te dringen. Heb ik U al verteld dat Huet hier geweest is? Ik kocht van hem al wat hij in Indië schreef en zal dat in verschillende bundels uitgeven. Allereerst in de volgende maand twee bundels ‘Nationale Vertoogen’, zijnde de artt. over Indisch regeeringsbeleid en dergelijke. Enkele daarvan zult Ge met genoegen lezen; sommige schijnen mij nogal oppervlakkig en stout genoeg voor iemand die maar 8 jaar te Batavia (en nergens elders) heeft doorgebracht. Daarna geef ik, óok in November, drie bundeltjes Recensies van boeken, waarin vele goede stukken voorkomen. Ik zal U terstond bij uitgave die en alle volgende bundels toezenden. Bij die recensies zult Ge ook Uwe Specialiteiten en Vorstenschool besproken vinden. In 't voorjaar volgt allereerst zijn reisverhaal van Napels naar Amsterdam. Later, misschien over een jaar, geef ik zijne zeer degelijk bewerkte studiën over oude Romans (Rousseau, Made de Stael e.d.); ook eene studie over Tollens en latere auteurs. Dat wat later volgt is eigenlijk 't beste, doch H. was er erg op gesteld dat ik met zijn politiek 't eerst zou uitkomen. Vrouwlief is bij dat insmijten natuurlijk erg geschrikt, vooral omdat zij meende dat 't op mij als krantenman gemunt was. Een half uur daarna kwamen er echter al vrienden die haar op dat punt gerust stelden en dien nacht het toen open huis bewaakten. Den heelen nacht hield zij receptie, want niemand ging naar bed, maar men deed de rondte om zijn deelneming te betuigen en 't fijne van de zaak te vernemen. Gelukkig sliepen de kinderen onder al dat geweld rustig door, zoodat moedertje daarover geen zorg had. Wees recht hartelijk met Mimi gegroet van ons beiden. tt G L F Ik heb U immers al vroeger een 1e afl der Bloemlezing gestuurd? Ik meen dat uit uw brief te ontdekken. Wat dat afsnyden betreft, dat is helaas niet te vermijden, vooral niet bij de gebonden exx. |
|