Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
Wbaden febr. 1876 Waarde funke, Sedert 24 dagen zit ik in m'n maag met 'n verdrietige historie. Een krediteur uit den tyd van m'n omzwerven, vervolgt me door middel van den belgischen consul te Frankfort voor 'n schuld van m'n vrouw te Brussel. 't Bedrag is 31.5 francs. (Waarvan de helft, rente.) Het valt me moeielyk U te vragen, maar ik moet wel. Ik zie geen kans me uit die zaak lostespartelen. Ik heb dan ook geantwoord dat ik betalen zou, zonder nog te weten hoe. De schuld kan niet ontkend worden, en ook is 't de vraag niet of ze wettelyk nog geldt. Maar ook zonder heel ordinaire eerlykheid, als men my hier aanvalt en kompromitteert zou ik hier niet kunnen blyven. En dàt zou 't ergste zyn. Ja, als ik aan 't zwerven raakte! Ik ben nu sedert drie weken als 'n gejaagd beest door die historie. Al ge my helpen kunt, schryf er dan maar niets by. Al wat ge over myn gebrek aan levering zeggen kunt, weet ikzelf wel. 't Is niet uittedrukken hoeveel ik lyd onder de onmacht van myn gemoed. Het worstelen daartegen is zoo afmattend. En als er dan zùlke dingen by komen! We hadden zoo goed opgepast hier niet in de schuld te raken wat dikwyls moeielyk genoeg voltehouden was. Hartelyk gegroet tt DD Ik doe den brief hierby. Daarop is korrespondentie gevolgd. Maar 't slot is dat ik betalen moet, wat ik dan ook niet geweigerd had.Ga naar eind1. Maar... 't moet afloopen! |
|