myn Matth. XIX: zie V.W. II, blz. 400-404.
de fond en comble: van top tot teen (fr.)
Aktaons dood: zie Idee 903, V.W. IV, blz. 640.
E.g.: exempli gratia (lat.) bijvoorbeeld.
Gister nadat Mimi's brief gesloten was, ontving ik bericht dat er 'n kistje voor me was by 't Steuer-amt. Ik sla de komieke formaliteiten over (Ik heb een groschen ink. rechten aan 't duitsche ryk moeten betalen, en daarover is veel papier volgeschreven!) om u gauw te zeggen dat alles behoorlyk ontvangen is, en in grooten dank dat begryp je. Mimi heeft de kopjes nog niet gezien, want ik heb 't boeltje terstond naar de nieuwe woning laten brengen. Dat meubleert!
Ja, hartelyk dank voor alles! Dat boek van van der Linden interesseert me zeer, dat heb je goed geraden. Ik ben benieuwd welk nieuw aspect hy aan de schaakgeschiedenis gegeven heeft. Hy is 'n zonderling mensch, dit mag ik wel zeggen zonder hem ooit gezien te hebben. Ik ken hem van naderby dan hy gissen kan, en toch is hy me alles en alles saamgenomen 'n raadsel. Ik kan berekenen dat gy, die hem wel ontmoet hebt, hem niet kent. Als ik minister was, en fondsen voor wetenschap op de begrooting had, benoemde ik hem tot archiefwurm met hoog tractement.
En de bakerrympjes! 'n kostbare bydrage tot kennis der volkszeden etc. en als zoodanig van eenige waarde. Ik haal ‘kostbaar’ door en zeg ‘eenige’ waarde. Als uitgaaf door v. Vloten is 't miserabel. Meen in gods naam niet dat ik voor zoover hy in die boekjes betrokken is de zaak afkeur uit tegen-ingenomenheid. Geloof me, ik heb er pret in 'n vyand te pryzen. Maar had niet de letterman v. Vloten by die stukjes nu en dan 'n andere opmerking moeten voegen dan byv. dat ‘meuie’ gelyk moei, tante is, en dat ‘kriet’ (er is een rym noodig op iet) kryt beduidt? En let eens op de vele uitdrukkingen die verklaring zouden noodig hebben, en die hy noteloos voorbygaat. Ze zyn geen noot waard, zegt ge, want men moet geen zin zoeken in die rympjes. Juist. Dan hoef ik ook niet te weten dat kriet kryt is, enz.
Er zyn inderdaad redelyk belangryke opmerkingen over die rympjes te maken, maar dat doet v. Vloten juist niet! En uit z'n voorbericht blykt dat-i zelf niet weet wat hy behandelt. Hy verdedigt als 't ware 'n... ethnologische, of... physiologische, of... historische, of... taalkundige bydrage door 'n beroep op... kinderlykheid. Zou 'n ento-