gij wel gezorgd zult hebben voor 't terecht komen der brieven, waar gij dan ook wezen moogt. Zeg, entre nous, Dek hoort 't toch niet, en Maxje kan niet lezen (domme Max!) heb je ook geld noodig? Ik ben in een arme période, daarom zend ik je maar zoo weinig (fr. 50 die ik niet noodig heb) maar wil je meer hebben, zeg 't gerust, je weet dat ik er aan kan komen, zonder stelen of hard werken! pourvu dat ik 't in tijds weet!
Ik heb op ons balcon komkommers geplant en waterkers, die ik van de H's meebracht. Wat zal de oude Heer zeggen, als mijn oogst de salon inkruipt! Nu weet hij nog niet, wat die kleine blaadjes beloven! Mop heeft ze den eersten dag al scheef gesnuffeld, maar dood kon hij ze toch niet krijgen. Hebt gij in 't ‘Ezeltje’ gezien dat B.P. zelfs mijn Mopje gecompromiteerd heeft? Ik heb 't hem maar niet verteld, want dan zou hij kwaad geworden zijn; hij is zoo lief voor haar geweest, en heeft haar zelfs zijn mandje afgestaan voor prullenbak! Arme généreuse Mop! Hij is heel leelijk, dat is waar, maar hij is even lief als Maxje en even trouw ook!
Ik wou dat ik in Wiesbaden was, dan zou ik u helpen verhuizen, een kunst, waarin ik 't heel ver gebracht heb, dank zij mijn uithuizigheid! Hebt gij 't niet énorm druk? Minder dan toen ik bij u was misschien; ik ben nog confuse over den last dien gij van mij gehad hebt, ik die niets deed dan u moeite geven en D. van zijn werk houden, maar dat leventje beviel me zoo best! Enfin, dankje! hierbij een hartelijken zoen.
t.à.t.
Mina.