Volledige werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874

[6 juni 1874
Artikel in de Zaanlandsche Courant]

6 juni 1874

Artikel van J.A. Bientjes in de Zaanlandsche Courant, no. 10 (Archief De Zaanlander, Wormerveer.)

Fragment.

ipecacuanha: braakmiddel, purgeermiddel (port., van z. am. indianentaal)

Waarom?

Neen Goddank! onze Amsterdamsche koopluî zijn dan toch alle geen Kopperlith's! Of kent gij deze jongste schepping van Multatuli's rijke fantaisie niet, waarde lezer?

[p. 562]

Deze figuur, gelijfstaffierd door de waardige beelden zijner zonen Pompile en Flodoard, is anders wel de moeite waard U een oogenblik leerend te vermaken: zij is tentoongesteld in het slot van den zesden, en in den nu verschijnenden zevenden bundel van Multatuli's Ideeën. Maar niet daarover wilde ik spreken.

Bij wijze van opwekkend middel na zooveel ipecacuanha wilde ik wijzen op het bestaan van onze Potgieter's, onze P.N. Muller's en anderen in de Amsterdamsche handelswereld, die een ander en bemoedigender beeld van den goeden, van den waren koopman, die tevens mensch is in den ruimsten zin des woords, voor onzen geest roepen. Wilt gij het bewijs? Wil Multatuli het bewijs, hij leze dan in den ‘Gids’ van deze maand het verdienstelijke artikel van den trouwens bekenden, letterlievenden mederedacteur P.N. Muller: ‘een handelsverslag’.