[26 april 1874
Brief van Funke aan Multatuli]
26 april 1874
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, tot bovenaan blz. 3 beschreven. (M.M.)
Uit blz. 3 (en 4) is onder de paraaf een strook van 4½ cm weggeknipt, kennelijk met het postscriptum.
Amsterdam, 26 April 1874
Waarde Dekker! Houd mij ten goede dat ik zoo weinig schreef, omdat ik sedert 1e April haast altijd reizende ben. Tot 15 Mei duurt dat werk en dan blijf ik weêr trouw hokvast.
De heden gevraagde boeken zal ik U deze week pp. doen zenden. Langendijk's blijspelen zal ik zien machtig te worden voor een prijsje. Kan dat wachten tot ik weêr terug ben? Morgen trek ik weêr voor 14 dagen op reis.
Met ontzaggelijk veel genoegen las ik Vosmaer in 't Vaderland, maar erger U toch niet zoo aan dat gekef van anderen. Een man als gij staat immers veel te hoog om zich zulke nesterijen aan te mogen trekken. Ik vat niet hoe Ge Uzelf zoo kwellen kunt, Het publiek en de werkelijk groote mannen onder hen waardeeren U immers al meer en meer! Zal ik U dat nogmaals, ook met cijfers, moeten bewijzen?
Nog altijd wacht ik op de dingen die naar aanleiding van mijn vroeger geschrijf, door U beslist moeten worden, nl de vorm waarin Gij verder zult arbeiden. Hebt Ge daar al eens over gedacht? Ik zou zoo gaarne zien dat Ge mij in staat steldet U beter te kunnen betalen. En