Is dat de ware reden wel? Ik betwijfel het sterk. Als daar 't bezwaar lag, het stuk zou voor de opvoering wel zo te bewerken zijn, dat de moeielijkheid zeer gering werd.
Enkele alleenspraken zouden te lang zijn, zeggen er. De schrijver heeft desnoods daaromtrent zelf wenken gegeven.
En al waren deze en noch meerdere moeielijkheden wezenlijk, waarom is er zelfs geen poging gedaan, waarom heeft het verlangen zich niet dringend geuit, het drama opgevoerd te zien?
Heeft het publiek blijk gegeven er naar te reikhalzen als naar een veredelend en verheffend genot? Heeft mevrouw De Vries - want zij is bevoegd de Louise voor te stellen, en waarschijnlijk ook mejuffrouw Mina Kruseman - heeft de eerstgenoemde dat stuk gelezen en niet met geestdrift begeerd, gewild aan zulk een beeld leven te geven? Zijn onze tooneelbesturen zoo overstelpt van uitstekende drama's, dat dit, in tijdsorde onze jongste tooneelstukken voorafgaande, zijn beurt na de anderen moest afwachten, of er als mindere voor wijken moest?
Er zijn andere redenen.
Er is vrees en vooroordeel; er is traagheid van geestdrift; er is tevredenheid met de gewoonte; er faalt fijnheid in de behoeften van den smaak.
Meerdere vragen doen zich op.
Waarom is de Max Havelaar nooit de oorzaak van een ernstig onderzoek geweest? De aanklacht was openlijk, bepaald, stout, en op ieder ander gebied als dat der staatkunde, ware het onmogelijk dat op zóo iets het stilzwijgen bewaard werd, en het stilzwijgen bleef bewaard door den landvoogd, door het ministerie, door de vertegenwoordiging, door het volk, door de deskundigen.
Want - er bestaat vrees om groote zaken en vraagstukken aan te vatten en ze door te zetten tot de oplossing; vrees om recht te doen, dwars door alles heen; en dat heet politiek.
De daad van Max Havelaar was een moedige, edele, ideale daad. Waarom heeft Nederland daarop geantwoord met lafheid, met laster, met verguizing, en de onbaatzuchtigheid beloond met de poging om ten onder te brengen?
Het antwoord ligt niet daarin dat men in Nederland geen hart heeft voor grootmoedigheid, voor een schoone, onbaatzuchtige daad, voor een edel streven. Er zijn voorbeelden genoeg dat deze gehuldigd worden en geestdrift opwekken.