die in de kracht van z'n zalf gelooven, plus anderen die zich gemakshalve neerleggen by 'n fictie welke de meerderheid aankleeft. ‘Opeyne de wereld regeer.’ Zoo 'n koninkschap is 't produkt van al die regeerende opeyne, en als zoodanig misschien te verkiezen.
Wie door wyzen werd verkoren, zou te weinig aanhang hebben om de dwazen te regeeren.
Het stemmen met de meerderheid kan z'n nut hebben. Het versterkt de elementen van rust, d.i. van betrekkelyke welvaart.
Weest hartelyk gegroet, en denkt maar dat ik in 'n moeielyke verwikkeling zit.-
Feringa schryft me dat Profr Tellegen affecteert nooit iets van my te lezen. Ik schryf 'n ‘champagne styl’ zegt-i. Kent ge dien styl? Ik ken Tellegens ‘werken’ niet, maar hy geeft me recht tot de gissing dat ze niet pétilleeren.
Hiertoe behoort abnegatie. Zeker! En:
- Hoe kan jy zoo'n objectiviteit bespreeken, jy die zo vervelend persoonlyk bent?
Wel, ik ben slechts by ongeluk artist! Ik geef er me niet voor uit, en zelfs wil ik 't niet zyn. Ik subjectief? Zeker! Even subjectief, even persoonlyk als 'n kruidenier die z'n rekening presenteert. Dat ik door 'n zonderlingen samenloop van omstandigheden genoodzaakt ben m'n ‘kost te verdienen’ door 't leveren van dingen die aan kunst toucheeren, is me onaangenaam genoeg. Ik zaagde liever hout, en zou dit doen als niet het houtzagen nog slechter betaald werd dan 't schryven. Ik zend geen vel de wereld in zonder vloek.
Ik, kunstenaar? Wel, ik heb er den tyd niet toe. Tien jaren voelen en peinzen en dan 'n paar vel druks. Dàt zou me lyken! En dan zou ik misschien wat goeds leveren, maar nu?
Ik, kunstenaar? Ik heb wel wat ànders te doen! Ik moet schryvery leveren voor de kost.
Ik, kunstenaar? Daartoe is... liefde noodig, liefde voor z'n auditorium! In plaats daarvan bezielt me de bitterheid die m'n arbeid bederft. ‘Kunstenaar zyn’ beteekent in den mond van publiek: iemand die men ongestraft miskennen en mishandelen mag. Ik maak niet de minste aanspraak op 'n (pretense!) hoogte die voorgeeft dat aantenemen als behoorlyk. Waar ik verhinderd werd dezen en genen te geven wat hem toekwam, ben ik gehörig geplaagd, vervolgd, uitge-