Volledige werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874
(1984)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[24 september 1873
| |
Multatuli's uitvinding.Sebaldus Justinus Brugmans, tijdens Napoleon's regeering hoogleeraar te Leiden in de natuurkunde en tegelijker tijd inspecteur-generaal van den militairen geneeskundigen dienst, wiens overtuigende redeneertrant tot een spreekwoord is geworden, placht te zeggen: ‘uitvindingen zijn eerst niet waar, en, als 't tegendeel niet langer kan ontkend worden, zijn ze niet nieuw.’Ga naar voetnoot* En zoo is 't nog tot op dezen dag, althans in Nederland. Toen wij de circulaire van Multatuli gelezen en overdacht hadden, zeiden wij ons zelven, hoe juist, hoe waar, hoe scheppend, en wij bewonderden op nieuw den grooten denker, maar nu op een terrein, waar de meesten anders niet zouden hebben durven vermoeden, hem aan te treffen: op een zuiver practisch. Men had hem toch practischen zin ontzegd. ‘Men’ namelijk, die niet leest of niet lezen wil of 't niet kan. | |
[pagina 209]
| |
Wie toch Multatuli's ‘eerste recht’ gelezen heeft, weet, dat juist een praktische blik eene der hoedanigheden van 's mans grooten geest is. In ieder ander land zou de schepping van Multatuli: uit iets, wat geld kost, een ruimvloeienden bron van inkomsten te maken, met gejuich begroet zijn. In Nederland is dat echter anders. Eerst is 't niet waar (in casu kòn dit niet gezegd worden) dan niet nieuw, om, nadat de uitvinder met slijk geworpen is, door alle belanghebbenden te worden toegepast, zonder den uitvinder daarvoor eenigen dank te weten, zelfs zonder zijn naam te noemen, laat staan hem de belooning te geven die hem naar billijkheid toekomt en ook in de meeste landen van Europa en in Amerika zou geworden. Hoeveel tonnen gouds Multatuli's uitvinding jaarlijks zal opbrengen, als zij in toepassing wordt gebracht, kunnen wij, noch iemand wie ook, berekenen, doch dat dit bedrag enorm moet zijn, zal ieder begrijpen, die iets van adverteren weet. Wij citeren een paar voorbeelden van de waarde der verspreiding van de berichten, van welke men begeert, dat ze gelezen worden. Een zeker ondernemend man in Noord-Amerika heeft eens aan zekere spoorwegmaatschappij aldaar aangeboden, alle wagens op zijn kosten te voorzien van jalousiën, mits hij het recht hadde deze zoo dikwijls te verwisselen, als hij verkoos. Het aanbod werd gretig aangenomen en de man, die 't gedaan had, niet uitgescholden of voor gek gehouden, maar bewonderd om zijn menschlievendheid. Men heeft hem herhaaldelijk ovaties daarvoor gebracht. Hij immers beschutte op zijne kosten alle reizigers langs dien lijn tegen 't onaangename van de zon. Hij had zich inderdaad verdienstelijk gemaakt jegens de maatschappij, maar ook jegens zijne beurs, want de jalousiën waren voorzien van advertentiën, die zijne zaak betroffen, en door ieder reiziger langs dien spoorweg wel gelezen moeten worden. Hier, men lette er wel op! bevorderde de industriëel alléén zijn belang; doch omdat hij er aan verbond het genoegen van anderen, heeft men hem geëerd - en terecht. De plaatsing van die jalousiën moet veel gekost, maar nog veel grootere voordeelen opgeleverd hebben. | |
[pagina 210]
| |
's Mans uitvinding was 't behartigen van zijn uitsluitend belang: Multatuli's uitvinding betreft het algemeen belang. Men ziet, 't onderscheid is nog al groot. Aan zekere diergaarde levert zeker bloemist bloeiende bloem- en heestergewassen, mits hij ze van tijd tot tijd door andere mogen vervangen. Zoo houdt hij eene tentoonstelling, die het genot van het bezoeken dier diergaarde verhoogt, zelfs menig bezoeker trekt, en tegelijkertijd hem zijne producten doet verkoopen. Bladzijden der catalogi van groote tentoonstellingen worden door adverteerders met enorme hooge prijzen betaald, zooals bekend is. Vanwaar dat alles? Immers eeniglijk en alleen, omdat de publicering meerdere waarde heeft, naarmate zij algemeener en met grooter succès verspreid wordt. De meest verspreide couranten hebben de meeste advertentiën. De meest verspreide courant heeft nogtans minder lezers, dan de minst bezochte spoorweg reizigers, d.i. in casu: lezers heeft. Daarbij komt nog iets: wie nooit of zelden leest, is toch blijde, als hij, in een spoortrein zittende, een bedrukt snippertje papier vindt om te lezen; want hij verveelt zich. Is de uitstalling van boeken in wachtkamers, het venten van nieuwsbladen langs de wagons niet juist daarom eene winstgevende zaak? Het plaatskaartje, tevens lectuur zijnde, wordt gelezen en herlezen, want men zal wel oppassen het verloren te laten gaan. Juist die zorg dwingt tot lezen. Die dwang wordt nog sterker - en daarin bewonderen wij op nieuw Multatuli's praktischen blik - indien (zooals hij voorstelt) voor elk station een gedeelte van 't billet-advertentie- of nieuwsblad moet afgegeven worden. ‘Men’ zegt, dat de uitvinding niet nieuw is. Ze zou bijv. o.a. te Londen op den Metropolitan, en nog andere spoorwegen worden toegepast. Die ‘men,’ welke natuurlijk niet te vinden is, schijnt meer te weten van Engelsche zaken, dan de Engelsche minister van binnenlandsche zaken Lowe zelf, die in Londen woont en zeker vele malen langs dien Metropolitan gereisd heeft, er van weet, want die spreekt van the plan you invented for the utilisation of Railway tickets.’ Nu zoo gaat het meer. | |
[pagina 211]
| |
Te 's Hage weet men meer van Indische zaken, dan in Indie zelf. Zeker proponent kende Multatuli's familie beter dan deze zelf 't wist en schiep voor hem een tante, van welke noch zijn vader of zijne moeder ooit gehoord hadden, enz. enz. enz. Zoo weten specialiteiten zooveel en zoo weinig tevens, dat men er waarlijk over verstomd staat. Zoo ook in deze. Doch gesteld eens, dat die ‘men’ beter op de hoogte is van Engelands binnenlandsche zaken, dan de daarmede belaste minister Lowe (secretary of state) zelf, dan blijft nog altijd dit over, dat in Nederland, in Frankrijk, in geheel Europa, Multatuli's uitvinding niet is toegepast en daar dus onbekend is. Dat er derhalve eene groote kapitaalschepping door hem is gedaan en dat Nederland er van profiteren kan als 't maar wil; dat alzoo een ‘zoogenaamd’ onpractisch man vele practische mannen in practische zaken vooruit is, en dat het alweêr waar is, dat specialiteiten in practijk lager staan, dan zij, die het ei van Columbus nog niet hebben omgekeerd en bij hunne aanmatiging nog de onbeschaamdheid voegen: o! is 't anders niet! de zaak is doodeenvoudig. Ja dat is ze, en dat was de ontdekking van Amerika ook. |
|