Volledige werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874
(1984)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 187]
| |
Wbaden, 15 Sept. 73. Beste Roorda, Dank voor uw brief van eergisteren. Ik zend u 'n pak Noordstarren. Wees zoo goed ze my zonder haast terug te zenden. Ik colligeer, gelyk ge weet, stukken over Atjeh.
De spoorkaartjes-zaak! Gooi niet zooveel schuld op den Sneeker. Die is... verantwoord als-i myn fouten naschryft, want het waren effectieve blunders van my, en geen drukfouten gelyk gy vergoelykend aan de hand doet. Ja, une pouce is stom. Maar kerel: droits ‘sur’ vind ik in ('n wel is waar oude) Dictionn. de l'Académie. Maar dit zyn byzaakjes. De wyze van openbaring. Ge maakt my 'n standje dat... te veel eer voor my is. Ik bedoel dat ik niet zoo onbaatzuchtig te werk ging als gy schynt te meenen. Na lang peinzen hield ik de nu volgende wys voor de beste, voor de meeste kans opleverende. Heb ik my vergist, dit is 'n andere kwestie, maar uit belangeloosheid koos ik deze manier niet. De uitkomst zal leeren of ik my vergist heb. Had één persoon te beschikken gehad over 't aangaan van 'n accoord, dan zou ik my tot die eene persoon gewend hebben Maar: hoe had ik myn voorstel moeten omschryven, zonder 't uit handen te geven? Gedurende den loop der onderhandelingen was ik 't kwyt geweest. Een mislukte jacht op rechtsverrekening kwam my nadeeliger voor dan de kans die nu bestaat. Hoe groot die kans is, laat ik daar. Doch ik wacht nog op den uitslag van 'n paar pogingen om de kans wat te versterken. Ziehier. Gelooft ge niet dat 'n bankier die zekere som kan besteden in actiën van 'n engelsche baan byv., de daardoor verkregen stemmen zou kunnen gebruiken om aan te dringen 1o op invoering, 2o op renumeratie? Zoo ja, dan heeft de zaak waarde in de handen van zoo'n bankier. En in dat geval is 't mogelyk dat ik menschen vond die 't (byv. voor Engeland) van my overnemen. En... als 't in Engeland werd gehonoreerd, had ik 'n hefboom in handen voor andere landen ook.
Over Schook! Al wat ik u schreef houd ik natuurlyk voor waarheid. Ook ik keur z'n ‘gebrek aan tint’ af. Toch is hy zeer zacht! Rym dat eens! Hy is vrouwelyk, kinderlyk gevoelig. Z'n platte kwalificatie van d'Ablaing blyft leelyk, doch de strekking is waarschynlyk minder valsch dan gy meent. Zie eens welk 'n rol misverstand speelt. Ik heb reden om te gelooven dat hy Rudolf | |
[pagina 188]
| |
Charles den quasi-liberalen boekverkooper bedoelde, en gy spreekt van diens oom, niet waar?
Ik moet eindigen, schoon ik u nog heel veel te zeggen had. O ja, dit nog. Ik kan voorloopig te Wbaden blyven. Van Italië kryg ik lieve brieven en goede berichten. Groet uwe vrouw en mama en kleine deugnieten van Uw vriend D.D. Als Spoor-kaarten-inventie niets opbrengt, bedenk ik iets anders. Ik moet geld hebben, veel en spoedig. Anders wordt America en verder gespuis uit de heele wereld baas op Java! Dát zou vreeselyk zyn! Ik moet gauw iets doen, of nooit. Maar geld is no een. De rest is kinderspel, dat zoudt gy zien. |
|