Multatuli heeft er nog andere opgeteekend.
Amstel spreekt o.a. van
‘de ontembre zielsverschrikking Des snoodaarts in het net des Staatverraads bekneld.’ ‘Dessndrts hètnettès’ - schildert Multatuli en betuigt zijn medelijden met iemand die in zulk een net van consonanten is bekneld.
De zeer ondichterlijke en wanluidende afaeresis van het voornaamwoord ik tot 'k voor een k, als in:
‘'k Kan alleen den Stormwind niet weerstaan,’ noemt hij alleraardigst een ‘Kikkan’ en toont ze bij menigte aan.
Amstel verzoekt Woerden, zijn ‘hart te doorstooten, eer het helle om gruwelen goed te keuren’.
Dezelfde zonderlinge mode, om stamwoorden voor afleidingen en samenstellingen te gebruiken verleidde Bilderdijk om schuwen voor waarschuwen te nemen in de zonderlinge regels van Machteld:
‘Zijn ziel is bruischend woest, hij haat mij; maar ze is braaf.
'k Vermij zijn argwaan dus, en schuw en red den graaf.’
Multatuli weet geen raad met de regels van Woerden tot Amstel:
‘Of zouden we, elk, dier kroon (Engeland) verbond en eeden breken. Om Floris wulpschen aard en valsche Staatkunststreken? Geen wonder. Men zegt nimmer: ‘ik zal u mijn eed breken, maar ik zal mijn eed, aan u gezworen, breken.
Tallooze voorbeelden van ergerlijke fouten tegen taal, stijl en logica levert Multatuli met zeldzame vlijt en volharding. Een paar keeren keurt hij af wat volkomen juist is. Bilderdijks edelknaap op gezag van Meles Stoke ‘cnape’ moest streng historisch opgevat edelknaap blijven, omdat ‘cnape’ in de middeneeuwen altijd een edelknaap te kennen geeft. 't Blijkt, voor wie er aan twijfelen mocht, uit het vluchtig inzien onzer middeneeuwsche Abele spelen van Gloriant en Lanseloet en uit het Bredaasch mysteriespel van den Sacramente van der Nieuwervaert.
De uitdrukkingen: ‘'k Begeer het op u!’ en ‘het wulpsche vuur te boeten’ zijn correct en komen bij Vondel, Hooft, Huyghens voor. Misschien zou goede smaak vorderen ze thans onder de archaïsmen op te nemen.
Moge de taalwetenschap van Bilderdijk zich dus enkele malen