zulk soort waarschuwingen zeggen niets wezenlijks over de eigenlijke kwestie, en doen daardoor meer kwaad dan goed. Neen, ik durf beweren dat de tijd van aarzelen voor U lang gepasseerd moest zijn en Ge aan allen die U hoogachten verplicht zijt iets te geven dat hout snijdt, zoo Ge wilt dat ‘men’ U onbepaald geloven zal. Uw Havelaar bracht een ‘rilling door den lande’, die nóg gevoeld wordt, welnu! nóg zulk een stoot, maar in een vorm die iedereen doet begrijpen wat Ge wilt en niet in raadselachtige waarschuwingen, waarin alleen maar duidelijk door U gezegd wordt dat men U blijft miskennen. Waarschuwingen als in den brief aan S. heeft men in Uw jongste geschriften haast met dezelfde woorden reeds gelezen - waarom ze dan nog eens weêr uitgegeven? Zou het publiek niet gaan denken aan geldmakerij, aan onwaardige boekverkoopersspeculatie, wanneer 't voor zijn geld niets nieuws krijgt? Geloof mij, indien Ge liever in duidelijke woorden verteldet wat Ge over ónze tegenwoordige Indische toestanden weet, als Ge feiten geeft inplaats van geheimzinnige wenken, eerst dan zal 't U lukken het stelsel van doodzwijgen te verbreken en algemeen erkend te worden. Doe zóó en doe 't om Uzelf wille, óf houd mij ten goede dat ik niet meêdoe aan handelingen, die ik voor onpraktisch en volkomen nutteloos houd, handelingen die m.i. Uwen vijanden maar al te schoone kans bieden U schouderophalend voorbij te mogen gaan.
Word niet boos om mijn geschrijf en wees overtuigd dat mijne zienswijze in Uwe zaak alleen voortspruit uit mijne eenvoudige opvatting van zaken en feiten. De koe bij de horens te vatten en zonder omwegen recht op den man af te gaan schijnt mij nog altijd den zekersten weg om in alle dingen te slagen - waarom ook niet in Uwe zaken? - en daarvan durf ik U zonder bloempjes mijne opinie meêdeelen.
Kunt Ge besluiten Uw dralen vaarwel te zeggen en bij deze gelegenheid de Atjineesche zaak c.a. te behandelen, niemand liever zal Uw uitgever zijn dan ik. In Uwe zaak met de Multatuli-Commissie meen ik getoond te hebben dat ik niets liever dan volle openbaarheid Uwer houding tegenover iedereen wensch. Na veel dralen zijt Ge eindelijk overgegaan tot het plaatsen eener annonce, die U volmaakt vrijpleitte. Wilt Ge nú flink weg het kwaad aantasten dat er in Indië betreff. die Atjinsche zaak heerscht en de natie meêdeelen door welke vuile historie die oorlog begonnen is, welnu, doe dat, als Ge 't daartoe