[16 april 1873
Aantekeningen in Mimi in Dagboek]
16 april 1873
Aantekeningen van Mimi in Dagboek II. (M.M.)
rozelijns oogjes: voor de uitvoerige beschouwingen over spelling in verband met een achttiende-eeuwse herdruk zie V.W. VI, blz. 666-686.
Woensdag 16 april
Eergister 2de paaschdag was D. beroerd. Zóó gedeprecieerd ik was er naar van. en hij ook moedeloos wijl 't zoo lang duurde. Wij spraken af dat wij den volgenden dag den dokter zouden roepen. maar dien nacht was hij juist voor 't eerst vrij. en gister werd hij heel wel juist. Hij heeft erg gewerkt en een vel verzonden. Ook vandaag is hij wel en opgeruimd. Zijn werk vlot nog al. Hij zit al te zingen. ‘L'univers et Dieu pour toi, pour toi.’ op dit oogenblik. met zijn werk voor hem dat hij arrangeert. Hij is bezig met rozelijns oogjes in den winter. Na 't eten zijn wij wezen wandelen 't was vroeg en er was nog muziek aan 't curhaus tot zes uur. daarna tehuis thee gedronken met daglicht. nu is de lamp op, 't was zoo heerlijk zacht vandaag. In de courant nieuws uit Atjin. D. is er juist zoo opgesteld als ik dat 't goed gaat. Hij is een hollander in zijn hart.-
Vandaag kwam er een kind bedelen juist toen wij aan tafel zaten: wat 'n lief kind zeide hij! - ik zou er aardigheid in hebben zoo'n kind aantenemen.