[4 januari 1873
Brief van Wintgens aan Multatuli]
4 januari 1873
Brief van W. Wintgens aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, tot over het midden van blz. 4 beschreven. (M.M.)
blz. 351: zie V.W. VI, blz. 312.
459: zie V.W. III, blz. 224.
Bijblad: het officiële bijvoegsel bij de Staatscourant, waarin het verslag van de parlementaire redevoeringen verscheen.
s Gravenhage 4 Jan. 1873.
WelEdelGeboren Heer!
Ik zie in het dezer dagen verschenen 4e stuk van den 4den Bundel van Uwe Ideën (bl. 351) dat by U de gedachte bestaat - dat ik mij in eene rede in de Kamer over Kunsten en Wetenschappen jegens U aan een plagiaat zou hebben schuldig gemaakt door een slagwoord te bezigen - ‘zoo kunst geen regeeringszaak - dan regeeren geen Kunst’ - dat voorkwam in een vroegeren Bundel van Uwe Ideën - 459.
Die beschuldiging - zooals zij daar wordt geformuleerd - heeft mij verwonderd.
Na onze briefwisseling van November-December 1871 meende ik, dat bij UEG. het denkbeeld niet zou kunnen vaststaan dat ik mij aan zulk een laf vergrijp tegen den eigendom van den geest van een ander zou schuldig maken:-